3
Algemeene Dienst.
II.
a. Museumbouw.
De besprekingen en overleggingen met Dr. H. P. Berlage
betreffende de ontwerpen voor den museumbouw vorderden
veel tyd. In verband met verschillende kwesties van be-
teekenis hiervoor, bracht ondergeteekende in de maand
Augustus een bezoek aan musea te Frankfort, Neurenberg,
München, Darmstadt en Mannheim; en in de maand November
in gezelschap van Dr. Berlage aan musea te Bremen, Hamburg,
Lubeck, Kopenhagen en Berlijn.
Bij het einde van het jaar waren Dr. Berlage’s algemeene
ontwerpen gereed en was er een maquette op 1/100 der
grootte van de ontworpen bouwwerken vervaardigd.
b. Monumentenzorg.
Van beteekenis is de aanneming door den Gemeenteraad
van eene verordening tot bescherming der monumenten van
geschiedenis en kunst binnen onze gemeente; bij het einde
van het jaar was deze echter nog steeds in onderzoek bij
de Regeering in verband met ertegen gerezen bezwaren
van formeelen aard.
Op ons verzoek werd gebroken met de gewoonte om de
fraaie gevels van het Raadhuis te misbruiken voor aanplakken
van publicaties, oproepingen, enz.
Een fraaie terracotta schoorsteenversiering in een der
vertrekken der Secretarie, welke beschadigd was, werd op
ons advies van een verflaag ontdaan, geheel hersteld en
weder geplaatst. Het bleek een werk van J. B. Xavery te
zijn, waarschijnlijk het model voor de beeldengroep, die
den westelijken stadhuisgevel bekroont. (Zie Mededeelingen
v. d. D. v. K. en W., no. 4).
c. Schoolversiering.
Versiering werd aangebracht in de H.B.S. voor meisjes
aan de Morsestraat, de nieuwe school aan de Doornstraat,
de school aan de Schelpkade en de school aan de Bomstraat.
Met andere scholen was aan het einde van het verslagjaar
de voorbereiding nog aan de gang. Het kostbaarder worden
van het versieringsmateriaal en van de omlijstingen doet
zijn bezwaren gevoelen.
d. Opdrachten aan kunstenaars.
Het aan Chr. Lebeau opgedragen, in houtsnede uit te
voeren, diploma uit te reiken aan ambtenaren en werklieden
bij langdurenden dienst, kwam gereed.
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 23