7 het ontvangen van bezoekers en ook het leiding geven aan den arbeid der overige ambtenaren hem zeer veel tijd, zoodat van inventarise’eringsarbeid niet veel kon komen. Op den duur zal een tweede gestudeerde kracht noodzakélijk zijn. De adjunet-commies, de Heer W. N. Arntzenius, gaf wederom het grootste deel van zijn tijd aan het helpen der bezoekers op de leeszaal en het verrichten van talrijke kleinere onderzoekingen, voor het meerendeel van genealo- gischen aard. Verder oefende hij toezicht uit op de werk zaamheden van den amanuensis-boekbinder en het jong maatje. Hy was geruimen tyd bezig op de zolders van het Raadhuis om advies te geven over het al of niet vernietigen van tot het nieuw-archief behoorende stukken. De wetenschappelijke assistent, de Heer F. C. van der Meer van Kuffeler zette zyn arbeid aan het archief van de Wees kamer voort. Hij kwam met de definitieve ordening der fiches geheel gereed. Daarna onderzocht hy of in de bibliotheek, de charter-verzameling of de collectieve Varia soms stukken, die bij de Weeskamer thuishooren, waren beland. Dit onder zoek bleef niet zonder resultaat. Thans rest nog het definitief ordenen der talrijke, nu alle beschreven, boedelpapieren. Vóór dit werk is, zooals vanzelf spreekt, vrij veel plaats ruimte noodig. Het is echter volslagen onmogelijk die in het gebouw te vinden en de ordening zal dus op behelperige wyze tot stand moeten komen. De agenda werd bijgehouden door de wetenschappelijke assistent, Mej. A. Klynstra. Verder beschreef zij samen met Mej. H. J. J. M. van Diepen alle nog niet beschreven stuk ken uit de collectie Varia. Dit werk, eerste noodzakelijke stap tot definitieve inventariseering der archieven, kwam gereed. Daarna maakte zy een aanvang met de beschrijving der zeer uitgebreide collectie van koopbrieven van Haag- sche huizen en erven, welk zeer omvangrijk werk niet voltooid werd. Mejuffrouw H. J. J. M. van Diepen, de bibliotheekassistente besteedde den tijd, die haar bibliotheekbezigheden vrij lieten, behalve aan de genoemde beschryving der Varia, aan het inventariseeren van het archief van het opgeheven Genees kundig Opvoedingsgesticht voor zwakzinnige en achterlijke kinderen. Verder werd door haar een klapper vervaardigd op de ingekomen en uitgaande brieven, die van groot nut is bij het beantwoorden van vragen en telkens het doen van dubbel werk kan voorkomen. Onder toezicht van Mr. Moll werd aan het klapperen der protocollen van de Haagsche Notarissen voortgewerkt. Hiertoe bezoldigt de vereeniging Die Haghe eenige ambte naren, aanvankelijk drie, later in verband met de moeilijke VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 23

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 851