24
22
VOORRADEN.
D. Het personeel.
2.
3.
4.
Omtrent inrichting van het tooneel, centrale verwarming,
waschgelegenheid in de kleedkamers van artisten, koor en
ballet, onderhoud van den Schouwburg door Gemeentewer
ken, verwijzen wij U naar hetgeen door ons dienaangaande
in vorige verslagen is opgemerkt.
E. De maatregelen in het belang van den Schouwburg
wensehelyk te achten.
1.
personeel bestond, behalve den directeur-administra-
Voor den tooneeldienst1 tooneelmeester, 1 assisten t-
tooneelmeester, 1 chef-electricien, 1 electricien, 1 requisie-
teur, 1 behanger-stoffeerder, 8 tooneelknechts, 1 kleedster
voorts in uitsluitenden avonddienst: 6 avondwerkers,
die evenwel slechts dienst doen, waanneer de voorstel
lingen dit noodig maken.
Voor den zaaldienst: 3 bureaulisten;
voorts in avonddienst1 chef-controleur, 5 controleurs,
waarvan 1 tevens bode (zie hieronder), 4 suppoosten,
6 ouvreuses, 1 vóórportier.
Voor den bureaudienst1 bureau-chef, 1 bode, die tevens
dienst doet als controleur (zie boven), 1 tweede klerk,
1 schrijver.
Voor den algemeenen dienst: 1 concierge, 2 stokers
centrale verwarming, 1 achter-portier (terreinbewaker).
In October 1920 werd tot een niet onbelangrijke inkrimping
van personeel besloten, aan welk besluit in den loop van
1921 uitvoering wordt gegeven en waarmede bij de vaststelling
der begrooting voor dat jaar rekening werd gehouden. Ook
zullen de stokers gedurende de zomermaanden, voor zoo
verre de schoonmaak toelaat, bij andere diensten worden
werkzaam gesteld.
VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG.
f
2 027,23
f
Electrische lampen
Brandstoffen
Bureau-benoodigdheden
Dienstkleeding
Gereedschappen
Programma’s van dienst 1921
433,40
150,—
208,22
653,01
537,30
45,30
Het
teur, uit: