27
4
Organisatie.
Doordat van de zijde van den Directeur van den Out-
smettingsdienst met betrekking tot de scabiësbestrijding
en de gelegenheid voor quarantaine de meest mogelijke
medewerking mocht worden ondervonden, o.m. door het
beschikbaar stellen van een deel van het komplex woningen
aan den Parallelweg voor de gestelde doeleinden, kon het
treffen van bijzondere en kostbare maatregelen vermeden
worden. Daarnaast verleenden de zusters van den School-
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
Commissie van Bijstand.
De samenstelling der Commissie van Bijstand voor de
Openbare Gezondheid bleef ongewijzigd.
Zij bestaat uit de heeren: J. R. Snoeck Henkemans, C. L.
de Koning, A. Harms, W. A. T. de Meester, L. P. Maartens
en H. Siebelts. Voorzitter is de Wethouder voor de Sociale
Aangelegenheden, de heer W. Drees. Als Secretaris bleef
werkzaam Mr. I. M. J. van Rossem, Referendaris ter Ge-
meente-Secretarie.
De Commissie heeft in verband met de aan den dienst
opgedragen taak verschillende onderwerpen in behande
ling genomen. Als van meer algemeene strekking zijn hier
toe te rekenen:
de opening van een avondambulatorium voor scabiës-
lijders en van dit euvel verdachten;
het maken eener quarantainegelegenheid voor personen,
die op kollektieve onderkomens aangewezen zijn;
het sluiten van een tweetal overeenkomsten met de ’s-Gra-
venhaagsche Vereenigiug tot bestrijding der tuberculose
ter vervanging van bestaande subsidie;
de kwestie van scheiding der huiselijke ziekenverpleging
en het verstrekken van ziekenvoedsel voor rekening der
Gemeente;
de te stellen voorwaarden met betrekking tot het ver-
leenen van subsidie aan de Centrale Vereenigiug tot be
scherming van zuigelingen, benevens, tegen het einde des
jaars,
het voorstel aangaande een meer intensieve Overheids
bemoeienis inzake bestrijding van besmettelijke geslachts
ziekten.
In al deze gevallen kon de Commissie tot overeenstem
ming komen, terwijl over de vraag omtrent de vervanging
der aan de ’s-Gravenhaagsche Vereeniging voor Kraam-
verzorging verleende subsidie door een overeenkomst ten
behoeve van de opleiding van kraamverzorgsters nog moet
worden beslist.