27 47 39 38 37 50 48 41 47 31 27 30 42 64 74 24 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. ZIEKENINRICHTING. 1920. Aantal verpleeg- dagen per gemidd. patiënt. 1919. genezing en de blijvende validiteit van den lijder zooveel mogelijk te bevorderen. Is hiermede reeds een gelukkige samenwerking in het belang eener doeltreffende medische verzorging onder ontwikkeling der huiselijke ziekenverpleging gewaar borgd, zoo leidt dit toezicht nog vanzelf en ongedwongen tot een stelselmatig contact der op den buitendienst aan gewezen geneeskundigen met den arbeid der ziekenhui zen, waardoor de gezichtskring verruimd, de wetenschap pelijke kennis naar de praktijk der specialistische ver richtingen vergroot en de eigen taak naar evenredigheid verbreed wordt. De uitvoering van het toezicht geschiedt naar de vol gende regels. Op het formulier voor de opname wordt een eerste termijn aangegeven, gedurende welken de lijder voor re kening der Gemeente kan niet moet, maar „kan” wor den verpleegd, een termijn, afhankelijk van den aard der aandoening en de bedoeling der opname, die in meerdere gevallen slechts observatiestelling beoogt en waarvan het minimum één week, het maximum zes weken bedraagt. Na expiratie van den gestelden termijn wordt de lijder, indien niet reeds eerder ontslagen, in het ziekenhuis op nieuw onderzocht en dit onderzoek, onder het stellen van een nieuwen termijn, thans tot een maximum van vier weken, zoo vaak herhaald als er motieven zijn een ver lenging van verpleegduur goed te keuren. Deze termijnen worden genoteerd op verpleegduurbe- wijzen, welke door de inrichtingen bij de nota’s worden overgelegd. Het gemiddeld aantal verpleegdagen per patiënt ver hield zich in de in aanmerking komende inrichtingen als volgt: Roomsch-Katholieke Ziekenhuis Diakonesseninrichting Roode-Kruis-Kliniek Inrichting voor Ooglyders Kinderziekenhuis Zuigelingenkliniek Regentesselaan Zuigelingenkliniek Oranjeplein

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 931