27
30
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
naar
Roodvonk. Het getal officieel ter kennis gekomen rood-
vonk-gevallen daalde van 887 in 1919 tot 546 in 1920, maar
is nog niet gekomen tot het vóór-oorlogs gemiddelde van
normale jaren; daarvoor is het cijfer nog een paar hon
derd te hoog.
Wie van roodvonk-aangiften en roodvonk-diagnoses,
eigenlijk niet-roodvonk-diagnoses, iets meer heeft kunnen
waarnemen dan door officieele mededeelingen alleen mo
gelijk is, die krijgt nu en dan toch wel den indruk, dat de
gegevens, waaruit de roodvonkstatistiek moet worden
samengesteld, wellicht meer nog dan bij andere ziekten,
aan onjuistheid en onnauwkeurigheid lijden, zóó zelfs, dat
de waarheid soms in het gedrang kan komen.
Enkel ter verklaring, niet ter vergoelijking, zij er echter
op gewezen, dat de verouderde wet op besmettelijke ziek
ten, ook bij de bestrijding van roodvonk, niet met nieu-
In een lunchroom werd eene bacillendraagster ontdekt,
terwijl achtereenvolgens zes barer huisgenooten aan
dipththerie leden; zij werd eenigen tijd in het Ziekenhuis
opgenomen en daarna kwam aan de huisinfectie een einde.
Enkele gevallen in een weeshuis noopten tot het instel
len van een meer uitgebreid onderzoek ter plaatse, waar
bij de weesvader bacillen-drager bleek.
Hij werd aanvankelijk in de quarantaine-inrichting ge
ïsoleerd en toen later opnieuw afzondering noodig bleek,
vroeg en verkreeg hij vacantie-verlof.
Een paar gevallen, waargenomen in eene groote R.-K.
inrichting, gaven aanleiding tot overleg met den behan
delenden medicus.
Dat de noodige te nemen maatregelen nauwkeurig zou
den worden opgevolgd was hier niet alleen van huis uit
te verwachten, maar kan ook afgeleid worden uit het op
houden der pas begonnen infectie.
In het buitenland, het meest in Amerika, wordt bij
diphtherie in inrichtingen, waar vele kinderen bijeen zijn,
met goed gevolg gebruik gemaakt van de huid-reactie
Schick, eventueel gevolgd door eene actieve immu-
nisatie met het toxine-antitoxine-mengsel van Behring.
Schick’s reactie toont de voor diphtherie vatbaren aan,
die dan ook door het mengsel van Behring langer immuun
worden, dan met prophylactische serum-inspuitingen te
verkrijgen is.
Echter werd eene poging om het noodige materiaal te
verkrijgen tot nog toe niet met succes bekroond.
Hopenlijk zal dit spoedig het geval kunnen zijn.