27
34
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
Vol ks-Logemen ten.
deze wijze toch gelukt het beter het behaarde gedeelte van
het lichaam van ongedierte te bevrijden, terwijl ook eene
grondiger meer algemeene reiniging verkregen wordt.
Aan de hand van eene door de Politie verstrekte lijst
werden een twintigtal Volks-logementen bezocht, waarbij,
een paar gunstige uitzonderingen daargelaten, de alge
meene indruk niet bevredigend was.
De ruimte en inrichting der logementen en de reinheid
lieten veel te wenschen over, ook al rekent men met den
aard dier inrichtingen en met de soort gasten, die er het
meest gebruik van maken; dat deze logementen overvloe
dig ongedierte bevatten behoeft niet te verwonderen.
Weliswaar werd veelal de verzekering vernomen, dat
personen, met ongedierte behept, worden geweerd, maar
dat kan toch enkel op bezoekers van toepassing zijn, die
zici.v^aar onrein hebben.
eigenaardig, maar zeer practisch, wordt in zulke ge
vallen soms door de logementhouders de eisch gesteld,
dat de kandidaat-gasten eerst eene nacht gaan logeeren
in het Tehuis voor Onbehuisden aan de Steijnlaan, waar
zij een bad krijgen en voorts hun geheele kleeding van
ongedierte gezuiverd wordt.
Zoolang het Kon. besluit inzake bestrijding van vlek-
typhus vigeert, kan men in de volkslogementen met kracht
optreden, de inrichting geheel zuiveren en de bezoekers
baden en van ongedierte reinigen.
Zulk een ingrijpende maatregel verdient ongetwijfeld
nu en dan toegepast te worden, maar als niet nog andere
en betere middelen ten dienste staan, bereikt men toch
op den duur minder, dan het groote publiek, dat met in
stemming van dergelijke kracht-demonstraties kennis
neemt, er gemeenlijk van verwacht.
Tenzij men, in korten tijd, alle volkslogementen op die
wijze behandelt, wekt men ergernis en tegenstand bij hen,
die zich aan den maatregel moesten onderwerpen, terwijl
anderen daarvan verschoond blijven.
Maar toch, ook al geeft men ze allen eene beurt, dam
nog bereikt men, tegenover de groote kosten en moeite,
niet genoeg, omdat na korten tijd de toestand weer even
onvoldoende is als voorheen.
Daarom is alleen van een gemeentelijk hygiënisch toe
zicht, dat regelmatig werkt, zonder paroxysmen, die niet
door bijzondere omstandigheden geboden zijn, geleidelijk
de noodige verbetering te verwachten.