By lage 29
den Keuringsdienst te 's-Gravenhage
VERSLAG van
over 1920.
Aan
Burgemeester en Wethouders der
gemeente 's-Gravenhage.
Hierbij heb ik de eer UEA. het verslag van de bevin
dingen en handelingen van den Keuringsdienst over 1920
aan te bieden.
De Commissie van Bijstand bestond tegen het eind van
het jaar uit de Heeren: W. Drees, Wethouder, Voorzitter,
J. R. Snoeck Henkemans, A. Harms, W. A. T. de Meester,
L. P. Maarlens, H. Siebelts en C. L. de Koning, terwijl als
Secretaris werkzaam bleef Mr. I. M. J. van Rossem, referen
daris ter Gemeente-Secretarie.
Aan den hoofd-assistent Dr. J. H. Schepers is met ingang
van 1 September 1920 eervol ontslag verleend.
Als tijdelijk assistente was van 15 September tot 1 December
werkzaam mevr. J. C. HofstedeKoopman, scheik. ingenieur
in de vacature van assistent werd voorzien door de benoe
ming van mej. Dr. Th. W. J. van Marie, die 1 December
in dienst trad.
In een vacature van adj.-keurmeester werd voorzien door
de benoeming van C. J. van Oort, die 1 December 1920
aan den dienst werd verbonden.
Tot le klerk werden met ingang van 1 Januari 1921 be
vorderd de tweede klerken mej. A. E. A. van Rijn en me/.
A. C. de Ridder.
Met ingang van 1 Juli werd benoemd tot keurmeester
voor visch B. de Veen, die aan den dienst verbonden werd.
Onder de leiding van den hier gevestigden dienst wordt,
ingevolge bestaande overeenkomsten met betrekking tot het
keuren van voedingsmiddelen, het toezicht op den handel
in levensmiddelen uitgeoefend in de gemeenten: Delft, Hof
van Delft, Vrijenban, Wassenaar, Voorburg, Wateringen,
Veur en Stompwijk.
Het aantal in het laboratorium onderzochte monsters be
droeg voor onze gemeente in totaal 9857, terwijl bovendien
2449 monsters ten behoeve van de aangesloten gemeenten
werden gekeurd.