10 middelen te honden, hetgeen eene principieele fout is. Ook heb ben de directies der melkinrichtingen en de slijters, die deze melk ontvingen, het niet noodig geoordeeld den keuringsdienst met deze leveranties ook maar eenigszins op de hoogte te stellen. Nagegaan is of de gewone handelsmelk, zooals zij door melkinrichtingen en slijters wordt geleverd een kortstondige verhitting op ongeveer 80° C. had ondergaan, een bewerking welke wel ofschoon ten onrechte met den naam „pas- teuriseeren” wordt aangeduid. Bij dit onderzoek bleek melk door groote inrichtingen geleverd in den regel verhit te zijn geweest. Ik wil hier niet verhelen, dat ik van een der gelijke voorver warming van melk om verschillende redenen geen voorstander ben, en heb dit ook reeds in vroegere jaren meermalen aan melkverkoopers, die mijn advies in wonnen te kennen gegeven. Het is waar, de kans op besmetting met typhus wordt door een dergelijke behandeling der melk verminderd, maar dat deze verwarming tegenwoordig vooral in het grootbedrijf zoo veelvuldig wordt toegepast, vindt ook hare verklaring in het feit, dat aldus behandelde melk langer houdbaar is en dus niet onbelangryke finan- cieele voordeelen aan den melkverkooper oplevert. Evenals het reinigen der melk aan de fabrieken, werkt ook het z.g. pasteuriseeren der melk de zorgeloosheid der boeren ten aanzien van het nemen van hygiënische maat regelen bij de melkwinning in de hand. Zoo hebben verscheidene melkveehouders hunne verwondering uitgesproken zoo dooi den keuringsdienst aanmerking werd gemaakt op het af leveren van vuile melk; immers de melk werd aan de in richting toch gereinigd. Zelfs waren er melkveehouders, die ronduit vorklaarden, dat zij bij levering van melk aan melkslijters, die in den regel geen mechanische reinigings apparaten bezitten, aan hun waar meer zorg besteden, dan bij levering aan melkinrichtingen. Wat geldt voor het vuil in de melk, geldt ook voor andere hygiënische maatregelen, zij zullen, zoo de veehouder weet, dat de melk wordt ver warmd, bijna geheel worden nagelaten. Het is hier overigens niet de plaats om de nadeelen aan het voorverwarmen van melk verbonden op te sommen, het moge voldoende zjjn de directeuren der melkinrichtingen en de eigenaren der grootere melkslijterijen er op te wijzen, dat zij naar mijn oordeel deze kostbare bewerking beter kunnen nalaten en hun tijd vruchtbaarder kunnen maken, door nauwlettend toe te zien, dat zindelijk gewonnen melk aan hunne in richtingen wordt geleverd en dat niet melk wordt aange voerd, waarin kluiten koeharen, waartusschen zich etter en onopgeloste deelen van stalmest bevinden, driven. 29 VERSLAG KEURINGSDIENST VAN EET- EN DRINKWAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 967