31
•r
ont-
den
Gemeente en ondanks den zich meer en meer
wikkelenden bouw van gemeentewoningen en
vereenigingsbouw.
Zooals de Directeur van den Dienst der Stadsont
wikkeling en Volkshuisvesting in zijn leerrijke voor
dracht in onze vergadering in December j.l. aantoonde,
bestond er al woningnood in de laatste jaren vóór den
oorlog en was toen reeds een geleidelijke vermindering
van het aantal leegstaande woningen waar te nemen,
gepaard met de gewone verschijnselen van overbe
volking door onderverhuren, opdrijving der huurprijzen
enz. Dat gedurende de oorlogsjaren die woningnood tot
een ernstig tekort aangroeide behoeft geen nader betoog,
maar ook na den oorlog is de toestand er niet op ver
beterd.
In 1920 werden 1040 woningen te weinig gebouwd en
hoewel in het afgeloopen jaar tot en met November het
bestaande tekort met 208 woningen is verminderd, blijft
de toestand onrustbarend en laat het zich aanzien dat zelfs
met inspanning van alle krachten en onder de gunstigste
medewerking van alle bijkomende omstandigheden zeker
nog ongeveer vijf jaren zullen noodig zijn voor en aleer
het tekort zal zijn overwonnen.
Behalve met het bestaande woningtekort dient nog reke
ning te worden gehouden met de woningruimte, noodig
voor den aanwas der bevolking, die in vijfjaar op 13620
woningen wordt geschat, en met het verlies aan woningen,
die noodzakelijk aan de bewoning onttrokken dienen te
worden. Volgens deze berekening zouden in de eerste
vijf jaren 23460 nieuwe woningen moeten verrijzen, of
rond 4700 per jaar, en dit cijfer is nog lang niet bereikt.
Wel mag de mededeeling in de Nieuwjaarsrede van
den Burgemeester, dat eind November 1921 reeds 2560
woningen waren gebouwd tegen 1500 in 1920, op zich
zelf een verheugend feit worden genoemd, maar zelfs
dit succes is maar weinig bemoedigend tegenover het
in te halen woningtekort. De particuliere bouwnijverheid
heeft zich wel is waar den laatsten tijd krachtig geweerd,
terwijl de gemeente bet hare deed door den bouw van
gemeentewoningen en verdere plannen tot uitbreiding
daarvan, maar voor de zoozeer gewenschte snelle voor
ziening in den woningnood is dit alles niet voldoende.
13
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE