97 Eind October was het nieuwe museumgebouw voor de plaatsing der kasten en vitrines door de Gemeente werken afgeleverd en kon met de overbrenging en de opstelling der verzamelingen worden begonnen. Dit ge schiedde systematisch, afdeelingsgewijs, zoodat de Aard en Delfstofkunde, zoolang het Museum nog geen aan- schouwingsmiddelen bezit voor eene afdeeling: de Aarde als hemellichaam, het eerst aan de beurt waren. De opwekkende arbeid vorderde van den aanvang af zóó snel, dat aan het einde van dit verslagjaar reeds ongeveer de helft gereed was gekomen en de heropening van het museum binnen enkele maanden tegemoet kon gezien worden. Het verslag van het J/ useurn van Kunstnijverheid over 1921 deelt o.m. mede: Als Directeur was Dr. H. E. van Gelder het geheele jaar werkzaam. In de Commissie van Advies bleef de heer A. 0. van Kerkwijk Mr. H. C. Gallois als secretaris vervangen. Een groot verlies werd geleden door het heengaan van Jhr. H. Loudon, die aan de beurt van aftreding was en niet voor herbenoeming in aanmerking wenschte te komen. Tot zijn opvolger werd benoemd de heer S. Al- berge, die de benoeming aanvaardde. Een nog grooter verlies werd geleden door het bedan ken van den heer P. A. J. baron de Smeth van Alphen, jarenlang lid en voorzitter der Commissie, wegens ver trek naar het buitenland. Tijdens het verslagjaar werd in de vacaure nog niet voorzien. Localiteit en Inrichting. De inrichting der lokalen naai de nieuwe indeeling kwam in den loop van het jaar ge reed; in de maand November kon het Museum, dat bijna het geheele jaar in verband daarmede gesloten had moet blijven, weder voor het publiek toegankelijk worden gesteld. Bij de opstelling werd gebroken met het beginsel rangschikking der stof naar techniek en gebruik, om de voorkeur te geven aan een kultuurhiistorische onder scheiding, welke de zaken uit één beschavingscentrum en tijdperk samenbrengt. Deze indeeling heeft het overzicht over de verzame ling zeer verbeterd, maar de bezwaren, die nu eenmaal het gevolg zijn van het ruimtegebrek, blijven gelden. 7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 102