31 29 ordening niet geheel was te keeren, nl. de frauduleuze invoer van vleesch van zieke of gestorven dieren uit plaatsen waar geen of onvoldoende keuring bestond, ten zeerste worden verminderd. Het komt ons voor dat de artikelen 33 en 34, waarin voorschriften worden gegeven die een hygiënisch ver voer van vleesch waarborgen, in een leemte voorzien. Herhaaldelijk is ons opgevallen de onzindelijke wijze waarop vleesch naar de verschillende winkels in de stad wordt getransporteerd. Bij informatie is ons van zeer bevoegde zijde medegedeeld dat in de tegen woordig geldende bepalingen een of andere leemte of redactie-fout schijnt te bestaan, waardoor aan vroeger opgemaakte processen verbaal door den kantonrechter geen gevolg kon worden gegeven, hetgeen tengevolge had dat verder geen processen-verbaal meer werden opgemaakt. Óp het ons toegezonden ontwrerp meenen wij nog de volgende opmerkingen te moeten maken: le. In artikel 2 wordt aan eiken vleeschverkooper de verplichting opgelegd kennis te geven aan den Directeur van het Openbaar Slachthuis van de erven en lokali teiten door hem voor dat bedrijf gebezigd. De bedoeling hiervan is blijkbaar dat bij den Directeur van den Keuringsdienst een volledige lijst van die lokaliteiten berust om zoo noodig een onderzoek te kunnen instellen. In verband daarmede is in artikel 1 aangegeven wie in den zin der verordening wordt aangemerkt als vleeschverkooper. Als zoodanig is blijkens de laatste alinea ook bedoeld: „ieder die houder is van vleesch- bewaarplaats, van welken aard ook, of van een eethuis”. Hoezeer ook de bedoeling hiervan onze instemming heeft meenen wij toch te moeten opmerken dat de omschrijving der woorden „vleeschbewaarplaats” en „eethuis” in enkele opzichten te ruim, in andere niet voldoende is. De toevoeging „van welken aard ook” bij „vleeschbewaarplaats” achten wij overbodig, daar hieronder zelfs zouden kunnen begrepen worden de plaatsen waar in de gewone huishouding het vleesch wordt opgeborgen in afwachting van verdere bereiding. Het woord „eethuis” omvat ook inrichtingen waar geen vleesch wordt gebruikt, als lunchrooms en vege- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1032