31
inlichtingen ontvangen, die in de hoofdzaak overeen
stemden en, nog versterkt door een ingezonden stuk
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 10 Mei van
Dr. Meerburg, Directeur van de Scheikundige Afdeeling
van het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid
te Utrecht, onze Commissie de overtuiging gaven, dat er
hoegenaamd geen reden tot ongerustheid behoefde te zijn.
Om ook het publiek op dit punt gerust te stellen
werd het volgende bericht in de dagbladen bekend
gemaakt
Arsenicum in behangselpapier.
„Naar aanleiding der berichten, die door het Maandblad
tegen Vervalschingen in de pers werden verspreid
omtrent behangselpapier, dat door daarin voorkomende
hoeveelheden arsenicum, gevaar voor de gezondheid zou
opleveren heeft de Gezondheidscommissie alhier een
onderzoek ingesteld of ook hier ter stede nadeelige
gevolgen van zulk behangselpapier waren opgemerkt
en of ook hier zoodanig papier in den handel kwam.
Zoowel bij het Gemeentelaboratorium, als bij particu
liere laboratoria werden inlichtingen ingewonnen en
daaruit bleek, dat in de laatste jaren wel monsters waren
aangetroffen, die arsenicum bevatten, maar dat de hoeveel
heden, die daarin voorkwamen, zoo uiterst gering waren,
dat daarvan geen nadeel voor de gezondheid was te
verwachten.
Slechts zelden bedroeg dit gehalte meer dan 1 m.G.
per M2, terwijl de Duitsche wet zelfs eene hoeveelheid
van 20 m.G. per M2 toelaatbaar acht.
Over de hoeveelheid arsenicum, die zonder nadeelige
gevolgen door den mensch kan worden gebruikt, ook
bij langdurig voortgezet gebruik, loopen de meeningen
uiteen; een officieel standpunt in deze zaak kan eerst
worden aangenomen, zoodra de warenwet, die ook voor
dergelijke gebruiksartikelen eischen formuleert, in wer
king komt.
Bij informatie, zoowel bij den Geneeskundigen Dienst
hier ter stede, als in de Gemeente-ziekenhuizen is de
Gezondheidscommissie intusschen gebleken, dat geen
ziektegevallen waren waargenomen, welke eenig vermoe
den op chronische arsenicumvergiftiging deden ontstaan.
34
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE