31 Ten slotte moge hier nog een woord worden gewijd aan het 26e Congres voor Openbare Gezondheidsregeling, op 11 en 12 November gehouden te Arnhem, waarbij onze Commissie door Dr. Hofman werd vertegenwoordigd. Van de verschillende belangrijke punten in het daarover uitgebrachte verslag trok de voordracht van Prof, van Hypnotische Seances. Verschillende hypnotiseurs traden kort na elkaar in de laatste maanden hier ter stede in ’t publiek op. Dat de toeloop in deze tijden groot zou zijn was wel eenigszins te verwachten, maar ook bestond er reden om een nadeeligen invloed op vele van de bezoekers te vreezen. Nadat van deskundige zijde in de vergadering was ge wezen op het gevaar van die seances voor de volksgezond heid, meende onze Commissie de aandacht van den Burge meester, als Hoofd der Politie, hierop te moeten vestigen met verzoek dergelijke voorstellingen te verbieden. Blijkens het daarop ontvangen antwoord waren daarvoor echter geen termen aanwezig, en kreeg de Commissie tot hare bevreemding geen mededeeling op welk bevoegd oordeel deze beslissing berustte. De Commissie kan zich daarom geheel vereenigen met de meening, ook reeds door Dr. Meerburg te kennen gegeven, dat het publiek door deze mededeelingen onnoodig verontrust is en het beter ware geweest dergelijke berichten niet te verspreiden, wanneer er geen betere gronden voor bestaan. Veel ernstiger dan het voorkomen van deze onbedui dende hoeveelheden arsenicum in behangsel acht de Commissie de blijkbaar nog bestaande gewoonte van enkele behangers, om de stijfselpap met arsenicum te vermengen, wanneer geklaagd wordt over muizen achter het behang. Op deze wijze bestaat er veel meer gevaar, dat de atmosfeer van het vertrek door ontwikkeling van arseenwaterstof wordt besmet. Zoowel arsenigzuur als operment schijnt voor dit doel te worden gebezigd. De Gezondheidscommissie acht het gewenscht tegen het gebruik van deze arsenicum- verbindingen voor dit doel te waarschuwen.” 35 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1038