98 Een bezwaar van geheel anderen, maar waarlijk niet minder ernstigen aard, deed zich dit jaar gevoelen: het brandgevaar. In de aangrenzende woning van den con cierge van de Academie ontstond in den vroegen morgen van Zondag 13 Maart een brand, welke bijzonder ge vaarlijk dreigde te worden, daar hij oversloeg naar het trappenhuis, dat aan ons Museum grenst. Door het snel ingrijpen van de brandweer en de weerstand, geboden door een eikenhouten deur, die Museum en trappenhuis scheidde, bleef het Museum gespaard, behoudens eenige waterschade aan zoldering en vloer van zaal VIII. De Gemeente, eigenaresse der gebouwen, heeft bij de her stelling enkele voorzieningen getroffen, maar het een maal gebleken gevaar is toch niet denkbeeldig. Gebruik en Bezoek. Het Museum was van 1 Jan. tot ultimo October gesloten voor reorganisatie en het repa- reeren en opknappen der vertrekken. Van 1 November tot 31 December werd het Museum bezocht door 35 betalende en 267 niet-betalende per sonen. Onder de niet-betalende bezoekers waren leden van vereenigingen, die op hun verzoek werden rondgeleid en leelingen der Academie, die, ten behoeve der lessen in de kunstgeschiedenis, van het Museum gebruik maakten. Verschillende voorwerpen werden gedurende het ver slagjaar, ten behoeve van de teekenlessen tijdelijk afge staan, terwijl van het Museum ook gebruik werd ge maakt voor het opmeten van meubelen. Aanwinsten en Verliezen. Ofschoon de aanwinsten niet zoo belangrijk waren als die, welke in ons vorig verslag konden worden vermeld, is de verzameling toch op ver schillend gebied niet onaanzienlijk verrijkt, gedeeltelijk door aankoopen uit eigen middelen, voor een nog grooter deel echter door geschenken en bruikleenen van belang stellenden. De verzameling Grieksche en Romeinsche Oudheid werd deels door bruikleen, deels door geschenk van den heer C. W. Lunsingh Scheurleer verrijkt met fragmen ten van fresco’s, afkomstig van een villa in de buurt van Rome, stukken beeldhouwwerk en fragmenten van Rbmeinsch gekleurd glas.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 103