UK van dienst.
Byinge 32
16
3
-g
ONGEVALLEN.
Invaliditeitsduur
3-7
16
4
1
3
1
Totaal
457
151
89
81
19
2
100
115
VERSLAG betreffende de uitkomsten der Onge
vallenverzekering in het jaar 1920.
korter
dan 3
20
8
8
28
6
24
44
9
4
23
4
5
21
1
20
31
5
5
17
28
3
5
12
4
2
10
9
3
blijvend
invalide (of
overleden).
76
20
77
10
92
134
18
14
17
4
4
17
2
20
29
4
3
5
15
3
22
27
1
langer dan
15—42 42 (doch niet
blijvend)
I. Aantal.
Het aantal ongevallen in 1920 vóórgekomen in de verze-
keringsplichtige bedrijven der Gemeente, welke kosten door
het fonds moeten gedragen worden, bedroeg 457.
Het volgend staatje geeft een splitsing naar verschil
lende takken van dienst en naar den invaliditeitsduur.
Ingevolge het Raadsbesluit van 20 September 1909 werd
bepaald, dat de gemeente ’s-Gravenhage met ingang van
1 Januari 1910 het risico der Ongevallenverzekering van de
in haren dienst zijnde werklieden rechtstreeks zou dragen
op de wijze, bepaald in de artikelen 5254 der Ongevallen
wet 1901.
Om een gelijkmatige verdeeling der lasten over de ver
schillende jaren mogelijk te maken is bij genoemd Raads
besluit opgericht „het Fonds tot bestrijding der kosten
voortvloeiende uit de Ongevallenwet 1901”. Jaarlijks stort
de Gemeente in dat fonds een bedrag gelijk aan de premie,
welke aan de Rijksverzekeringsbank zou moeten worden
betaald, indien zij bij die Bank ware verzekerd.
Aan de administratie van dat fonds is het hieronder
volgende verslag ontleend.
ssfabrieken
ïiDwaterleiding
^loondienst
Metrisch Bedrijf
penb. Slachthuis
e®eentewerken
e>nifi;ingsdienst
'mdweer
Otenhuis
8—14 i
dagen.