101 Uit het jaarverslag, loopende van 1 Mei 1920 tot 30 April 1921, van de ’s-Gravenhaagsche Toynbee-ver- eeniging „Ons Huis”, Prinsegracht 77, stippen wij het volgende aan. Het totaal aantal geabonneerden bedroeg 1209, waar van 524 mannen en 685 vrouwen. In 1919/1920 waren er 1020 geabonneerden. Ter lezing werden uit de bibliotheek voor volwassenen uitgegeven 11724 werken tegen 9947 in 1919/1920. Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt Kennis” wordt medegedeeld, dat in de samenstelling van het Bestuur de volgende veranderingen kwamen: Dr. P. C. Molhuijzen werd vervangen door Dr. W. W. v. d. Meuten; in plaats van Prof. Muller werd gekozen Mr. C. B. Nederburgh; de heer C. G. Kaakebeen werd vervangen door den heer W. G. v. d. Tak. Het ledental bedraagt thans 190. De finantieele toestand is bevredigend. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat er een nadeelig saldo is van f 32,52 tegen een nadeelig saldo van f 7,50 in het vorige jaar. Achtereenvolgens traden voor de leden op o.a. een gezelschap Leidsche Studenten met „Het Spookhuis”; Joh. Hans; Mevr. Raadt v. 01 denbarneveldt; Rient van Santen; B. v. d. Segtenhorst Meijer; Prof. Dr. P. J. Muller; Jan Hay; A. Sunier; Mej. L. v. Ever dingen; Generaal G. J. Snijders; C. G. Kaakebeen en Mevr. Mies Zwierzina. Het jaarverslag over 1921 van de Nederlandsche Ver- eeniging tot bevordering van kunstnijverheid „Arti et Industriae" meldt o.m.: In het afgeloopen jaar traden tot de Vereeniging toe 3 gewone leden en 6 kunstlievende leden en bedankten voor het lidmaatschap 11 gewone leden; 1 eerelid over leed. Op de vergaderingen werden verschillende onder werpen behandeld; ook werd een zomerexcursie onder nomen. In het verslag is opgenomen een beschrijving daarvan door Jan de Quack. Uit het jaarverslag van den Penningmeester over 1921 blijkt, dat de ontvangsten hebben bedragen f 930,91® en de uitgaven f 1085,16. Aan nadeelig saldo f 154,24®.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 106