12 Onder de in het Handelsregister te ’s-Gravenhage in geschreven handelszaken behoort de Nederlandsch-Indischc Aardolie Maatschappij. Bij de wet van 5 Juli 1921, afge- kondigd in Stbl. 845, werd de genoemde Naamlooze Ven nootschap opgericht. In de considerans wordt de wen- schelijkheid uitgesproken, dat de Regeering in deze Naam looze Vennootschap overwegende zeggenschap heeft. In art. 10 wordt bepaald, dat 3 leden van den Raad van Beheer, welke uit 5 leden bestaat, worden benoemd door den Mi- registerwet. Het stelsel der firmawaarheid wordt niet zoo strak doorgevoerd als bijv, in de Zwitsersche wetgeving. Art. 2 houdt bijv, in, dat de handelsnaam bij erfopvolging overgaat en voor overdracht vatbaar is, hoewel slechts in verbinding met de handelszaak, die onder dien naam wordt gedreven. Deze wet komt tegemoet aan bezwaren, die de Handelsregisterwet slechts gedeeltelijk ondervangt. Wel iswaar kan men door raadpleging van het openbare Han- delsregister zich steeds op de hoogte stellen, maar op het groote publiek, dat nog niet dagelijks van het Handels- register gebruik maakt, zullen handelsnamen, die thans vrijwel willekeurig (mits men slechts zorgt niet in botsing te komen met art. 328bis Wetboek van Strafrecht en even tueel art. 1401 B. W.) gekozen kunnen worden, hun mis leidenden invloed kunnen oefenen. Art. 3 bepaalt, dat het den koopman verboden is een handelsnaam te voeren, die in strijd met de waarheid aanduidt, dat de handelszaak geheel of gedeeltelijk aan een ander zou toebehooren, waarop het 3e lid een uitzondering toelaat. Zoo verbiedt art. 4 een handelsnaam te voeren, die in strijd met de waar heid aanduidt, dat de handelszaak zou toebehooren aan een of meer kooplieden, handelende als een vennootschap onder firma of als een vennootschap en commandite, of wel aan een Naamlooze Vennootschap, een wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, een coöperatieve of andere vereeniging of aan een stichting. Het 2e lid geeft aan, dat de vermelding van meer dan één persoon in den naam steeds zal moeten duiden op een vennootschap onder firma, dat „en Co.” steeds beteekent, hetzij een ven nootschap onder firma, hetzij een vennootschap en com mandite; dat het woord „maatschappij” in den handels naam steeds den waarborg geeft, dat men met een naamlooze vennootschap, coöperatieve vereeniging of andere vereeniging te doen heeft. Het zal dus niet meer kunnen voorkomen, dat een alleen handelend persoon zich kalmweg noemt: „N.V. Maatschappij tot enz.” De wet op de handelsnaam is echter nog niet ingevoerd. 42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1083