19 Onderzoek inzake Naamlooze Vennootschappen. Op ver zoek van den Of ficier van Justitie van de arrondissements rechtbank alhier, werd ook dit jaar in een vijf-tal gevallen onderzocht of redenen van maatschappelijk belang het onthouden van de Koninklijke Goedkeuring op de ontwerp statuten van hier ter stede op te richten naamlooze ven nootschappen wensehelijk moesten maken, terwijl dit onder zoek ook ten opzichte van de goedkeuring der statuten eener hier ter stede op te richten vereeniging plaats vond. In de gevallen, waarin de Kamer goede reden had om de soliditeit van de aanvragers in twijfel te trekken, advi seerde zij afwijzend. Buitenlandsche Kamers van Koophandel. Ook dit jaar deden buitenlandsche Kamers van Koophandel en verschil lende buitenlandsche particulieren een beroep op de mede werking dezer Kamer, teneinde geschillen over de levering van goederen tot oplossing te brengen. Voor zoover het Duitsche leveranties betrof, die in ver band met den wisselkoers door de Duitsche verkoopers niet werden nagekomen, verwees de Kamer belanghebben den naar de Nederlandschè Kamer van Koophandel voor Duitschland te Amsterdam, welke zich in het bijzonder belast met dergelijke geschillen tot oplossing te brengen. Door tussehenkomst van den Burgemeester alhier, werd van eene firma uit België een klacht ontvangen betref fende een aardappelhandelaar alhier, welke vroeger te Groningen gevestigd was. Aan de Belgische firma werd in overw’eging gegeven, de zaak in handen van de Justitie te stellen. Bovendien werden de hiervoor in aanmerking komende autoriteiten dezerzijds van een en ander in kennis gesteld, teneinde herhaling zooveel mogelijk te voorkomen. Op dezelfde wijze werd gehandeld met een klacht ons toegezonden door den Nederlandschen Consul te Dussel dorf. document verzonden kunnen worden. Bovendien zou bij kleine verzendingen een vrachtverhooging ter zake van zegelrecht groot 25 cent niet zonder invloed kunnen blijven op den prijs der aldus te verzenden artikelen, hetgeen naar het haar voorkomt tegen het algemeen belang indruischt. Bij de openbare behandeling van het Wetsontwerp in de Eerste Kamer, heeft de Minister van Financiën medege deeld, dat aan het bovengenoemde bezwaar, waarop van verschillende zijden was gewezen, door een regeling bij Koninklijk Besluit zou worden tegemoet gekomen. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1090