30
flicten van eenig belang kwamen in het afgeloopen jaar
niet voor.
Houthandel en zagerij. De in het vorige jaarverslag uit
gesproken verwachting, dat het jaar 1921 voor het bedrijf
van houthandel en houtbewerking niet rooskleurig zou zijn,
is helaas door de feiten al te zeer bewaarheid geworden.
Wel heeft de houthandel over het algemeen en vooral in
de eerste helft van het jaar redelijk werk gehad, toch zijn
de uitkomsten daaraan in geenen deele evenredig geweest.
Immers, de daling der houtprjjzen, welke in het laatste
kwartaal van 1920 was aangevangen, heeft in het jaar 1921
ongekende en niet-verwachte afmetingen aangenomen,
doordat de aanvoerprijzen onafgebroken in een snel tempo
zijn gevallen. In het bijzonder de importeerende firma’s, die
in het najaar van 1920 veel Scandinavisch en in den winter
van 1921 groote partijen Duitsch hout hadden aangevoerd,
hebben op deze voorraden geweldige verliezen geleden,
terwijl ook op contracten voor levering in den zomer van
1921 somtijds meer dan de halve waarde moest worden toe
gelegd. Behalve de daling der buiten! andsche prijzen, in
hoofdzaak het gevolg der ontwrichte valuta-verhoudingen,
werkten hiertoe de bij het begin des jaars zeer ruime voor
raden hier te lande mede; over onvoldoende aanvoer heeft
zeker niemand te klagen gehad!
Als gevolg van den door het Rijk gesteunden premie-
bouw heeft de houthandel dit jaar voor het eerst weder in
eenigszins belangrijker omvang haar afnemers gevonden
Gewapend beton. Het jaar 1921 was voor het betonbedrijf
een jaar van buitengewone levendigheid. Bleef de toepas
sing vroeger beperkt tot in hoofdzaak vloeren, kelders en
kluizen, ditmaal speelde gewapend beton bij ettelijke groote
gebouwen de hoofdrol, terwijl bij den woningbouw, zelfs
bij volkswoningen, constructies van dit materiaal op uit
gebreide schaal toepassing vonden. Gebrek aan materialen
kwam niet voor, eerder aan goede arbeidskrachten, die dan
ook buitensporig duur waren. De algemeene toestand van
uit bedrijf als zoodanig is er, ten spijt van de steeds ruimere
toepassing, minder op geworden. In de eerste en voornaam
ste plaats, omdat vele speculatiebouwers reeds geleerd
hebben het zonder de hulp van specialisten te doen, in de
tweede plaats, omdat tegen het einde van 1921 de bezuini-
gingspolitiek hierop invloed heeft gehad, waarbij scherpe
concurrentie van over de grenzen meehielp de vooruit
zichten der plaatselijke beton-industrie zorgwekkend te
maken.
42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.