11 VERSLAG DEE KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 42 tot prijzen, ver beneden den kostprijs, hier te lande werden ingevoerd. Alle factoren hebben dus medegewerkt om het afgeloopen jaar buitengewoon ongunstig te doen zijn voor dit artikel. De vooruitzichten voor de toekomst zijn echter meer hoopvol. De oude legervoorraden zijn voor het grootste gedeelte in consumptie gebracht en in rook verdwenen. Buitenlandsche aanbiedingen onder kostprijzen komen nog slechs sporadisch voor en worden belemmerd door een invoerrecht van 45 De voorraden bij fabrieken en tus- sehenhandel hier te lande zijn aanmerkelijk geslonken en de daling der tabaksprjjzen maakt het mogelijk goede sigaretten te leveren voor de helft van den prijs van circa 114 jaar geleden, hetgeen zeer zeker het verbruik ten goede zal komen. Wanneer de wisselkoersen eenigermate gesta biliseerd zullen zijn, zal tevens het oogenblik komen, waarop wederom exportmogelijkheden zich zullen voordoen voor die bedrijven, welke door groote machinale installaties groote hoeveelheden kunnen vervaardigen tegen minimale kostprijzen. Hiertoe zal niet alleen medewerken de ook in deze branche te constateeren daling der loonen, maar bovenal het feit, dat de inheemsehe fabrieken, dank zij het invoerrecht van 45 in staat zullen zijn zich een vast afzetgebied hier te lande te scheppen,waarop de alge- meene improductieve onkosten kunnen worden verhaald. De hier ter stede gevestigde sigarettenindustrie zal daar van dan ook ongetwijfeld mee profiteeren. ’s-Gravenhage dankt deze tak van nijverheid aan den oorlog. Onder de hier in 1914 geïnterneerde Belgische vluchtelingen be vonden zich verscheidene, die dit beroep uitoefenden en die den grondslag hebben gelegd voor deze nieuwe in dustrie. Hun kleine fabriekjes zijn weliswaar thans of verdwenen, óf overgegaan aan een groot Nederlandseh bedrijf, dat hier gevestigd is, maar zij hebben aan de ’s-Gra- venhaagsche arbeiders een zekere mate van vakkennis bijgebracht, waarop een verdere ontwikkeling mogeljjk bleek. In 1921 hebben zich dan ook twee van de belangrijkste buitenlandsche fabrieken hier gevestigd, terwijl een derde zich nabij ’s-Gravenhage vestigde, doch het personeel met vakkennis van hieruit betrok. Dit proces schijnt zich ook voor het volgende jaar te zullen voortzetten, want reeds hebben twee andere bekende buitenlandsche fabrieken be sloten hun bedrijven hier te vestigen. Waar ’s-Gravenhage tevens een der grootste Nederlandsche fabrieken heeft, zal onze stad zich wellicht tot een soort Nederlandsch- Dresden ontwikkelen, daar uit den aard der zaak ook be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1112