I 44 geen hinder van slapte geweest, maar was er geregeld werk. Over grondstoffen kon steeds voldoende worden beschikt. Geen noenienswaardige arbeidsmoeilijkheden hebben zich voorgedaan. Goederenvervoer. Het werk voor particulieren naast de vaste werkzaamheden, uittevoeren ten behoeve der Poste rijen, stond bij 1920 ten achter, doordat den terugslag der heerschende algemeene malaise werd ondervonden. De ver plichte achturendag wrerkte zeer belemmerend. Vooral bij eventueele drukte voor de posterijen, is op sommige dagen meerdere tijdruimte dringend gewenscht, mede in het be- 42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Brandstoffenhandel. Het jaar 1921 was voor den brand stoffenhandel uiterst moeilijk. De distributie werd voor een groot deel opgeheven op 31 Dee. 1920. De opheffing kwam geheel onverwacht en veroorzaakte zeer veel moeilijkheden. Gedeeltelijk moest nog op bons worden geleverd tegen gereduceerde prijzen, terwijl de hiervoor benoodigde brandstoffen werden ver strekt door de Brandstoffen-Commissie. Overigens werd de handel vrij gelaten en de Regeerings-toeslag op de brand stoffen opgeheven. Dit veroorzaakte tijdelijk exorbitant hooge prijzen. Geleidelijk kwam er meer regel en zag het er naar uit, dat gunstige resultaten zouden worden bereikt. Echter ver hoogden de Hollandsche mijnen de prijzen langzamerhand zeer sterk. Gevolg hiervan: verhooging der detailprijzen, tot ergernis van het publiek, dat aandrong op Gemeente lijke bemoeiingen. Een vanwege de Gemeente gehouden accountants-onder- zoek bracht aan het licht, dat op dat oogenblik (Dec. ’21) de winstmarge te klein was. Het Gemeentebestuur vond dus geen motieven om in te grijpen. De dreiging bleef echter -bestaan en de handel durfde de prijzen niet meer te ver- hoogen, ondanks het feit, dat de laatste maanden met ver lies werd gewerkt. Overvloed van brandstoffen was er niet. Er zijn zelfs oogenblikken geweest, dat zoo goed als niets werd aange voerd en dat het ergste werd gevreesd. Gelukkig is het daarbij gebleven, dank zij enkele groote voorraden hier ter stede. Ernstige arbeidsmoeilijkheden deden zich niet voor. Een kleine loonsverhooging werd op 1 Augustus toegestaan. Deze was evenwel niet onbillijk, gezien de verhouding tusschen de bij dit bedrijf betaalde loonen en die in andere bedrijven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1115