44 23 VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. II. Bijzondere Scholen. Prineessegracht 34. Directeur: de heer P. DOORN. Het aantal leerlingen bedroeg in het afgeloopen leerjaar (1920—1921) 536, n.l. 373 manl. leerlingen en 163 vrouwl. leer lingen. Van deze waren 203 (169 manl. en 34 vrouwl.) nieuwe leerlingen, 66 leerlingen waren uit andere gemeenten af komstig. Het onderwijs werd gegeven in dag- en avondcursussen. 5e. Hulpmiddelen. De schoolbibliotheek bevat 804 boeken. Gedurende het jaar 1921 werd 2999 maal een boek aan de leerlingen ter lezing mede gegeven. 6e. Schoolgebouw. Het onderwijs in de scheikunde en in de natuurkunde ondervindt veel last van het straatrumoer; het dreunen der voorbijrijdende voertuigen is hinderlijk bij het nemen van proeven. 4e. Onderwijs. In 1921 konden wegens ongesteldheid of andere omstan digheden 133 lesuren niet gegeven worden. Hiervan werden 123 lesuren door de andere leeraressen gegeven, terwijl 10 maal een klasse naar huis gezonden werd. A. Academie van Beeldende Kunsten en Middelbaar Technische School voor Bouwkunde, Van de leeraressen, die op de le H.B.S. voor meisjes (Bleijenburg) geen voldoende aantal lesuren konden geven, werden Mej. Dr. E. D. Bruins, Mej. Dr. J. Rendier, Mej. A. M. J. Prins, Mej. A. W. C. Zuidema voor een jaar ge detacheerd aan de 2e H.B.S. voor meisjes. In plaats van Jkvr. Mr. B. Elias werd Mr. W. J. C. A. Nijgh voor een jaar benoemd tot leeraar in de Staats wetenschappen. Mej. P. C. van Raalte en Mej. L. H. Gort werden be noemd tot leeraressen respectievelijk in de aardrijkskunde en het handteekenen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1253