44
Leider: B. KLOOSTER.
97
VERSLAG OI’ENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Gemeentelijke Centrale School voor Machiiieschrüveu aan
het Westeinde 47.
Het verslag dat de vorige maal voor het eerst werd uit
gebracht, kon moeilijk een jaarverslag heeten, daar bij het
opmaken ervan nauwelijks drie maanden na het openen
der school verloopen waren.
Thans is de eerste ronde gemaakt. Het eerste examen dat
werd afgenomen, had plaats op 28 Februari. Deelnemers
waren 14 leerlingen, die gedurende ongeveer drie maanden
een cursus hadden gevolgd, met 6 lesuren per week.
Het schriftelijk gedeelte bestond uit het tikken van een
brief en briefkaart met adres, invullen van kaarten en
staten, maken van tabulatorwerk (5 verschillende stukken,
opklimmend in samengesteldheid), carbonwerk en tijd-
schrijven; hiervoor was drie uur uitgetrokken. Het mon
deling duurde een kwartier en bepaalde zich tot een
onderzoek naar de kennis van eigen machine, eenige opper
vlakkige kennis van andere schrijf- en kantoorniachines
en eenige algemeene kantoorkennis. Van de 14 candidaten
was aan één deelname ontraden; deze werd afgewezen met
nog drie andere.
Het tweede examen werd gehouden van 30 Juni—8 Juli.
Het onderzoek was van denzelfden aard als in Februari.
Ook nu was aan de leerlingen, die naar het oordeel der
leeraren, niet de minste kans van slagen hadden, deelname
ontraden; 5 van deze wenschten nochtans zich aan het on
derzoek te onderwerpen. Ze werden afgewezen met nog 12
anderen. Het diploma kon worden toegekend aan 152 leer
lingen. Aan het eind van dit verslagjaar werd het derde
examen gehouden, van de drie-maand cursisten, die met
September waren ingeschreven. Van de 41 leerlingen was
aan 14 deelname ontraden, van de overige 27 slaagden 26
voor het diploma. Het aantal geslaagden is te gering, en de
verhouding wordt nog ongunstiger, indien men let op het
aantal, dat aanvankelijk de school koos met het doel een
diploma te behalen.
Deze betrekkelijk ongunstige resultaten zijn door drie
ërlei omstandigheden te verklaren: le. kon van de leer
krachten nog niet verlangd worden, wat er in de toekomst
van verwacht moet worden. Daarop werd reeds in het
eerste verslag gewezen: voor een deel gebrek aan ervaring
wat de onderwijskundige gaven betreft, voor een ander deel
gemis van kennis wat aangaat de geheele literatuur van
machinesehrijven, schrijfmachines en dergelijke. Er wordt
7