45
4
VERSLAG VISSCHEltUSCHOOL SCHEVEN1NGEN.
III. Visscherjj- en Zeevaartschool.
Hieronder volgen eenige gegevens, welke op beide scholen
betrekking hebben.
Tot tijdelijk leeraar in de stoomwerktuigkunde is bij
Raadsbesluit van 23 Mei 1921 benoemd F. P. Bustraan, gedu
rende de afwezigheid wegens ziekte van den leeraar I. J.
van Heijningen, welke benoeming is ingegaan op 10 Fe
bruari 1921.
Bij Raadsbesluiten onderscheidelijk van 4 April 1921, 12
September 1921 en 7 November 1921 zijn de volgende leer
krachten, die allen tijdelijk als zoodanig werkzaam waren,
in vasten dienst benoemd, n.L:
Dr. L. M. G. Kooperberg, tot leeraar in de aardrijkskunde,
met ingang van 5 April 1921;
Dr. J. A. R. Frederikse, tot leeraar in de Nederlandsche
taal, met ingang van 1 September 1921;
Mr. N. R. Luiken, tot leeraar in de scheepvaartwetgeving,
met ingang van 1 September 1921.
Voorts is J. Karst bij Raadsbesluit van 12 September 1921
benoemd tot tijdelijk leeraar in scheepsbouw en zeeman
schap, voor den duur van den cursus 1921/1922.
De aanstelling van W. P. de Kluizenaar, die voor den cur
sus 1920/1921 was benoemd tot tijdelijk leeraar in de draad-
looze telegrafie, is niet verlengd, omdat de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, aan Burgemeester
en Wethouders, bij schrijven van 13 Juli 1921, No. 4847, Afd.
N.H.O., heeft medegedeeld, dat het hem gewenscht voor
komt, dat de opleiding tot radiotelegrafist van 1 September
1921 af niet meer zal geschieden gedurende den studietijd
van de Zeevaartscholen.
