46
6
VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.
D.
B
Staat van het onderwijs.
De door den directeur Dr. Joh. Wagenaar aangebraehte
wijzigingen in den gang van het onderwijs, welke in het
vorige jaarverslag met enkele woorden werden aangeduid,
bleven ook in het afgeloopen jaar van toepassing. Het blijkt
thans reeds en het zal in den loop der jaren nog wel in
meerdere mate blijken, dat deze maatregelen bevorderlijk
zijn aan de ontwikkeling van het onderwijs aan het Con
servatorium. Meer dan tot dusverre geschiedde, wordt bij
het onderwijs de aandacht gevestigd gehouden op de vor
ming van den musicus, niet slechts voor het speciale vak,
dat hij beoefent, maar evenzeer voor de grondige kennis
van de theorie der muziek, van de muzieklitteratuur en van
andere onderdeden der leerstof, die bevorderlijk zijn aan
zijne algemeene muzikale ontwikkeling. De thans reeds aan
gebrachte en nog aan te brengen, reeds voorgenomen ver
anderingen in den gang van het onderrieht wijzen op een
gestadige» vooruitgang in deze richting.
De Commissie acht zich gelukkig aan het hoofd der in-
Amiabel, J. A. Tersteeg, B. de Haas, R. J. W. Ingenljousz,
A. R. Jonkheer, M. C. Kuipers, S. M. E. van Haeften, A. C.
H. Merkus, G. J. Keyzer, A. E. de Lange, T. A. A. Schott,
X. Stradowska, Mevr. TenhaeffModderman, M. van Ves-
sem; de heeren: J. L. de Reeder, W. J. Maalstad, J. M. J.
L. Sicking, J. P. Delgman;
voor piano (solospel): mej. M. de Haan (met onderschei
ding voor muzikale voordracht) en de heeren: W. B. Kra
mer, L. A. Vincent, F. van Capelle en A. G. Venderbos (met
onderscheiding voor algemeene muzikale eigenschappen);
voor orgelspel en ouderwijs: de heer A. G. Venderbos (met
ouderscheiding voor solospel);
voor viool (onderwijskunst) - de dames: J. D. Gruys, L. L.
Stortenbeker; de heeren: C. A. J. Lahnstein en W. A. P.
van Hoek;
voor viool (solospel): de heer J. Eyl;
voor violoncel (orkestspel)de heer F. Th. Vrijhoff;
voor violoncel (solospel): mej. J. T. W. Middelbeek;
voor zang (onderwijskunst): de dames H. E. Meyers, J.
Dissel en C. M. Witsen Elias (met onderscheiding voor de
clamatie)
voor solozang: mevr. J. Th. TenhaeffModderman en
mej. A. E. Scheepmaker;
voor hoorn (orkestspel): de heer C. F. van Leeuwen;
voor trompet (orkestspel): de heer W. Beekink (met onder
scheiding voor solospel, ook voor Bach- en Handelwerken
D trompet).