46 F. Financiën. Uit de rekening en verantwoording over 1921, welke aan Uwe Excellentie ter goedkeuring wordit aangeboden blijkt, dat de ontvangsten hebben bedragen: stelling een man te zien, die door zijne bekwaamheid met de hulp van een zeer bijzondere toewijding en werkkracht in staat zal blijken te zijn de instelling tot grooten bloei te brengen. Dat hij in het verrichten van wat hij zich tot levenstaak heeft gesteld niet al te zeer belemmerd worde door den invloed der slechte tijden, die zich uit den aard der zaak ook aan eene instelling voor muziekonderwijs doen ge voelen, is <ie oprechte wensch der Commissie en van al degenen, wien het wel en wee van het Koninklijk Conser vatorium voor Muziek ter harte gaat. In den loop van het jaar 1921 werden een zestal voor- drachtsoefeninigeu door de leerlingen gehouden, waarvan één in de groote zaal van het Conservatoriumgebouw, vier in het gebouw „Diligentia” en eene, n.l. die der Operaklasse, in den Koninklijken Schouwburg. De eindexamens werden afgenomen op 14, 16 en 17 No vember en 1, 2, 3, 5, 6, 7 8, 9 en 10 December. Behalve door den Directeur en een der betrokken leeraren werd geëxamineerd door de heeren W. Hutschenruyter (theorie en algemeene muziekleer, muziekgeschiedenis en orkestinstrumenten), S. van Milligen (piano), Hendr. C. van Oort (solozang), James Zwart (violoncel) en G. Veerman (viool). De einduitvoering in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen werd op 19 December 1921 gehouden. Eene groote schare van belangstellenden gaf door luiden bijval hare ingenomenheid te kennen met hetgeen de orkestklasse onder leiding van den directeur alsmede enkelen der gediplo meerden, hetzij alleen, hetzij met begeleiding van deze orkestklasse of met pianobegeleiding, ten gehoore brachten. E. Muziek en Instrumenten. De beschikbare middelen lieten niet toe in den loop van 1921 tot aankoop van een nieuwen vleugel over te gaan, of schoon dit wel gewenscht ware geweest. Wel werd in het voorjaar een harp, van de fabriek van Erard te Parijs af komstig, waarvan in het vorige jaarverslag sprake was, aangekocht. Dit instrument blijkt goed te voldoen. Voor het overige werd het beschikbare bedrag voor het overgroote deel besteed voor reparatie aan instrumenten. 7 VERSLAO CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1349