47
9
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
straat no. 141 en C. B. van Sch ra vend ijk, onderwijzer der
school aan de Hemsterhuisstraat 154, secretarissen.
Den 16 Juli 1921 diende genoemde Commissie haar
rapport in.
Dit rapport werd aan de hoofden der openbare lagere
scholen toegezonden, ten einde dit in een op 10 September
1921 te houden schoolvergadering aan een bespreking te
onderwerpen.
Nadat van de door de schoolvergadering uitgebrachte
verslagen nopens het ontwerp-leerplan een analytisch
overzicht was opgemaakt, werd aan de vereeniging van
hoofden van openbare lagere scholen te ’s-Gravenhage
verzocht in de 2e helft van de maand November bijeen te
roepen de samenkomst bedoeld in art. 5 van genoemd K. B.,
in welke samenkomst de eindregeling moest worden samen
gesteld. Een beslissing is nog niet genomen.
Uit gebreid Lager Onderwijs.
Ten einde te komen tot een algemeen leerplan voor de
scholen voor uitgebreid lager onderwijs is in een bijeen
komst van de hoofden en van de secretarissen van de
schoolvergaderingen dier scholen, overeenkomstig meer
genoemd art. 3 van het K. B. van 13 December 1920 (Staats
blad no. 38), de commissie benoemd, welke een ontwerp-
leerplan zal samenstellen.
Deze commissie, waarin zitting hadden de heeren J.
Velthuisen, ,T. Hoogland, hoofden van scholen, C. J. van
Kuyk en W. H. Tick, onderwijzers, heeft op 3 November
1921 haar rapport uitgebracht. De verdere behandeling
daarvan is opgeschort, totdat omtrent het Algemeen Leer
plan voor het gewoon lager onderwijs een beslissing zal
zijn genomen.
Schoolknechten.
In de verordening, waarbij de reorganisatie tot stand
kwam, is bepaald, dat voor het toezicht op de schoolge
bouwen buiten de schooluren, de zorg voor verlichting en
verwarming, de dagelijksehe schoonmaak en den dienst
in het schoolgebouw schoolknechten worden aangesteld.
Gedurende 1921 is aan de bepaling geen uitvoering gege
ven kunnen worden.
B. en W. stellen zich voor in 1922 tot aanstelling van
schoolknechten over te gaan.
Vervolgonderwijs en Nijverheidsonderwijs.
Tn verband met het bepaalde in art, 18 der Wet op het
Lager Onderwijs 1920 konden de meisjesscholen voor avond-