1
25.
26.
f
1.095.324,04
27.
73.536,08»
982.994,45
30.
76.712,50
31.
32.
f
3.613.181,—
35.
36.
4.700,—
39.
1.874.729,12®
376.426,31
67.858,—
40.
5.277,89
33.
34.
37.
38.
28.
29.
1.013.611,30
600,—
3
OVERZICHT DER ONTVANGSTEN.
Belasting naar het inkomen afgeleid uit
den uiterlijken staat, volgens inde belas-
tingverordening vermelde grondslagen
Belasting wegens gebouwde eigendom
men, die zelve of wier aanhoorigheden
aan de openbare straten of wegen der
gemeente belenden
Belasting wegens gebouwde eigendom
men, en hunne aanhoorigheden, die ge
legen zijn in bepaalde gedeelten der
gemeente
Belasting op de honden
Belasting op tooneelvoorstellingen en
andere openbare vermakelijkheden
Opbrengst van het vergunningsrecht
wegens verkoop van sterken drank in
het klein
Belasting op voorwerpen van verbruik
(accijnzen)
Uitkcering (van Rijk, Provincie of anderen),
subsidiën, giften, legaten.
Uitkeering aan de gemeente ingevolge
de wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no.
156) bedoeld in art. 1 tot en met 9bis
Idem bedoeld in art. 10
Uitkeering uit de opbrengst der oor-
logswinstbelasting
Rijks- en Provinciale bijdrage voor het
Hooger Onderwijs
Rijks- en Provinciale bijdrage voor het
Middelbaar Onderwijs
Rijksbijdrage voor kweekscholen
Rijksbijdrage ter vervanging van vroe
gere Ryks jaarwed den bij het Lager
Onderwijs
Rijksbijdrage: a. krachtens art. 56 jo.
art. 201 der Lager Onderwijswet 1920 in
de gewone kosten van dat onderwijs
b. in de buitengewone kosten van dat
onderwijs
c. krachtens art 49 der wet op het La
ger Onderwijs
Bijdragen van andere gemeenten, in
stellingen van weldadigheid enz. in de
kosten van liet Lager Onderwijs