By lage 5
Aanvragen.
Hoewel het tijdelijk schorsen van credietverleeningen,
waartoe in Augustus 1920 met het oog op den bekenden
ongunstigen toestand der obligatiemarkt was besloten, ge
durende het geheele jaar 1921 gehandhaafd bleef, kwamen
in den loop van dit jaar nog een 16-tal aanvragen in be
handeling, waarvan er 15 werden afgedaan, terwijl 1 aan-
Schatters.
Bij raadsbesluit van 25 April 1921 (Bijl. No. 361) werden,
gerekend te zijn ingegaan 22 Maart 1921, voor den tijd van
twee jaren, tot deskundigen voor de schatting der waarde
en het onderzoek van den staat der onderpanden herbe
noemd de heeren L. J. Elkhuizen en G. P. Post Jr. In de
plaats van den heer L. C. Bevelander, die voor een herbe
noeming niet meer in aanmerking wenschte te komen,
werd benoemd de heer W. Biever.
VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank
van ’s-Gravenhage over 1921.
Beheer.
In het personeel der bank kwam in 1921 geen wijziging.
Met ingang van 15 Januari 1922 wend aan den heer Mr. A.
Jonker op zijn verzoek eervol ontslag verleend als Direc
teur der Gemeentelijke Hypotheekbank; met ingang van
1 Maart 1922 werden als Directeuren aangewezen de heeren
S. J. van der Meulen en W. Henss.
Commissie van Advies.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer Mr. H. J. Nieboer, werd bij raadsbesluit
van 17 Januari 1921 (Bijlage No. 7) tot lid benoemd de heer
J. Ph. Reeser, zoodat de Commissie in 1921 bestond uit de
heeren:
E. F. Ehnle, architect,
H. Fels, architect,
J. de Niet Azn.,
J. Ph. Reeser, bouwkundige, en
L. A. H. de Wolf, architect.