22 6 VERSLAG DER BRANDWEER. 11 Februari. Zware binnenbrand in perceel Spijkerma- kerstraat 3c. In genoemd perceel was gevestigd een stof- feerderswerkplaats. De kachelpijp die niet brandvrij was geplaatst deed eenige stoffeerdersbenoodigdheden in brand geraken, alsook eenige bijna afgewerkte meubelen. De brand die veel rook verwekte en zich ernstig liet aanzien kon gebluscht worden niet één straal van de waterleiding door de motorspuit. 11 Februari. Bij een kleine binnenbrand in perceel van Boetzelaerlaan 145, welke ontstaan was door het uit elkaar springen van een kachel, werd de bewoonster ernstig aan de oogen verwond. De brand in de zeer beschadigde kamer ontstaan, kon met eenige emmers water gebluscht worden. 2 Maart. Zware uitslaande brand in het ziekenhuis aan den Tapijtweg. Te 3.15 v.m. werd de Brandweer te Seheve- ningen gealarmeerd voor een zware uitslaande brand die in een der houten barakken van bovengenoemd ziekenhuis woedde. Bij aankomst van de Brandweer waren de in de barak aanwezige patiënten reeds gered door het verplegend personeel, met behulp van politieagenten. Onmiddellijk kon dan ook met het blusschen van de geheel in vlammen staande barak begonnen worden. Om te voorkomen dat meerdere barakken door de vlammen zouden worden aan getast, werden de eerste stralen gericht op die barakken, welke het meest gevaar liepen. Met de stralen van de in middels aangekomen motorspuiten van het Centraal station en de Hoofdpost Rijswijkseheweg alsmede van de stoom spuit van de Hoofdpost Scheveningen werd de brand nu van verschillende zijden aangepakt. Spoedig was men nu den brand meester en te ongeveer 5 uur kon het materiaal uitgezonderd één motorspuit inrukken. De brand, beperkt gebleven tot één barak, werd gebluscht met 3 stralen van de waterleiding en 7 stralen van de waterleiding door de motorspuiten. Vermoedelijke oorzaak is het niet brandvrij plaatsen van een kachelpijp. 13 Maart. Te 9.14 v.m. werd het Centraal station der Brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand in het Museum van Kunstnijverheid aan de Princessegracht 3. Het kantoor waarin de brand ontstaan wajs, door het spelen van kinderen met lucifers, stond bij aankomst geheel in vlam, terwijl het trappenhuis eu de lichtkoker eveneens reeds door het vuur waren aangetast. Onmiddellijk werd de brand aangepakt met twee stralen van de waterleiding, welk aantal bij aankomst van den tweeden wagen nog ver meerderd werd met een straal vanuit de gracht. De straal van de binnenbrandleiding, waarmede de concierge ge tracht had den brand te blusschen werd gebruikt bij de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1471