22 7 VERSLAG DER BRANDWEER. blussching van de liehtkoker. Te ongeveer 10 uur was de brand gebluscht. Het museum waarin vele waardevolle kunstvoorwerpen, had geen schade bekomen. 14 Maart. Uitslaande brand in perceel de Ruyterstraat 3. Te 1.10 n.m. werd door het Centraal station uitgerukt voor een uitslaande brand in bovengenoemd perceel. Op de zol derverdieping van dit perceel was gevestigd een kleer- makersatelier. De brand, die tijdens afwezigheid van de bewoners was ontstaan, vermoedelijk door het afbranden van de gummislang van een brandend gascomfoor, liet zich aanvankelijk ernstig aanzien, doch kon gebluscht worden met 3 stralen waarvan één van de waterleiding en twee stralen van de motorspuit uit de gracht. 31 Maart. Zware binnenbrand in het perceel Wetering- kade 111. Door het niet brandvrij plaatsen van een kachel pijp, was brand ontstaan in een kamertje dat als berg plaats diende voor manden en koffers met artistencostumes. Met de kleine straal van de motorspuit en emmers water kon de brand gebluscht worden. 9 April. Kleine binnenbrand in perceel Paulus Potter straat 348. Eenige kleedingstukken, die in aanraking kwa men met een brandend kaarsje geraakten in brand. Een fleschje benzine dat in de nabijheid stond ontplofte hier door. Bij de poging tot blusschen werd de bewoonster deer lijk aan haar beide armen, handen en gezicht verwond en door personeel van de Brandweer verbonden. De brand werd met eenige emmers water gebluscht. 11 April. Zware binnenbrand in perceel Zusterstraat 82. Vermoedelijk had de kat een brandend gascomfoor omge trokken waardoor een partij stroo in brand geraakt was. Met een straal van de waterleiding werd de brand ge- bluseht. 13 April. Uitslaande brand in het lompen- en veilen pakhuis aan de Vlierstraat 14. Bij aankomst van de Brand weer sloegen de vlammen uit de bovenste étage. De brand was vermoedelijk ontstaan door het achteloos wegwerpen van een brandende sigaar of lucifer. Door het snelle op treden van de Brandweer kon de brand, die zich zeer ernstig liet aanzien, met vier stralen van de waterleiding door de motorspuit gebluscht worden. Gedurende den nacht moest evenwel de zeer brandbare massa door de Brandwer bewaakt worden. 19 Mei. Kleine’ binnenbrand in de autogarage en herstel- plaats aan de Pletterijkade 2a. Bij het schoonmaken van eenige maehinedeelen met benzine, geraakte de bus met benzine in brand. Een werkman wierp de brandende bus in het water en bekwam hierbij brandwonden aan handen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 1472