5
VERSLAG van het Noodhypothekenfonds over 1921.
14
VERSLAG VAN HET NOODHYPOTHEKENFONDS.
De behandeling der aanvragen en de administratie der
verdere zaken betreffende het Fonds bleef opgedragen aan
de organen der Hypotheekbank.
Voor het overige moge, voor zooveel doel en gestie aan
gaat, worden verwezen naar het in de vorige jaarverslagen
medegedeelde.
Aanvragen.
In den loop van het jaar kwamen 35 aanvragen in. Van
deze aanvragen betroffen er lt> verhooging van reeds door
dezelfde aanvragers gesloten leeningen, terwijl 8 gedeelte
lijke overneming betroffen van in 1920 gedane aanvragen.
Omtrent 2 aanvragen kon eerst in het volgende jaar de
beslissing vallen, zoodat in totaal 33 posten werden af
gedaan.
Voor 7 van deze 33 posten kon het aangevraagde bedrag
worden toegestaan; aan den aanvrager van 1 post werd
in verband met het lager in uitzicht gestelde bedrag
voor le hypotheek een leening boven het aan noodhypo-
theek aangevraagde bedrag toegestaan, terwijl aan 25 aan
vragers een leening beneden het aangevraagde bedrag
moest worden aangeboden.
Van de 33 toegestane posten werden er 30 aangenomen;
2 aanvragers gingen op de aanbiedingen niet in, 1 aanvrage
werd, vóór de aanbieding plaats had, door den aanvrager
ingetrokken.
Het totaal aangevraagde bedrag der 33 toegestane posten
bedroeg f 340.523,dat der 2 in het volgend jaar behan
delde posten f 19.840.—.
Met inbegrip van een post van f 11.300,die ter ver
vanging strekte van eene reeds gesloten 3e hypotheek,
(welke tot gemeld bedrag moest worden verlaagd in ver
band met het verkrijgen van eene hoogere le hypotheek),
werd in 1921 in totaal toegestaan f 294.770,—.
Voor een bedrag van f 6.100,— werd de aanvraag inge
trokken, vóórdat de aanbieding uitging; eene aanbieding,