5
28
VERSLAG VAN HET KIJKSHYPOTHEKEN-FONDS.
Terwijl de behandeling' van de technische zijde dezer aan
gelegenheid, met inbegrip van de premieregeling, uiteraard
thuis behoorde bij den Dienst der Stadsontwikkeling en
Volkshuisvesting, die ook de termijnen der bouwcredieten
zou kunnen regelen, meenden Burgemeester en Wethouders,
dat voor de behandeling, de uitbetaling en de verdere
administratie der hypotheken, alsook voor de uitbetaling
van de bouwcredieten, het best kon worden aangewezen de
Gemeentelijke Hypotheekbank. Eene verordening tot rege
ling van dit punt werd den Raad bij het voorstel aange
boden.
Overeenkomstig dit voorstel stelde de Raad in zijne ver
gadering van 3 Januari 1921 vast de „Verordening op het
beheer van het Rijkshypotheken-Fonds” (Verz. 1921 n°. 3),
welke verordening 8 Februari d.a.v. door de Gedeputeerde
Staten der provincie Zuid-Holland werd goedgekeurd.
Om aan de premiebouwregeling meer bekendheid te ge
ven en aan belanghebbenden de noodige inlichtingen te
verschaffen, verspreidde de Dienst der Stadsontwikkeling
en Volkshuisvesting, in samenwerking met de Gemeente
lijke Hypotheekbank, onder de bouwondernemers een ge
schriftje („Mededeelingen, Februari 1921”), betreffende de
verstrekking van premies, hypotheken en bouwcredieten.
Naast hetgeen bij de aangehaalde Ministeriëele beschikkin
gen was vastgesteld, werden daarin verschillende nadere
bepalingen opgenomen en aanwijzingen gegeven, welke bij
de toepassing van de premieregeling van nut konden zijn.
De normen en de termijnen van het bouwcrediet werden
omschreven.
De algemeene voorwaarden, welke, als bij hypotheken
algemeen gebruikelijk, ook op de „rijkshypotheken” van
toepassing zouden zijn, werden vervat in het „Reglement
op het leenen van geld onder hypothecair verband uit het
Rijkshypotheken-Fonds der gemeente ’s-Gravenhage” (Verz.
1921, n°. 19), hetwelk Burgemeester en Wethouders in hunne
vergadering van 27 Mei 1921 vaststelden en dat aan de
Regeering werd medegedeeld. Voorts stelden Burgemeester
en Wethouders modellen vast voor de akte van bouw
crediet en de hypotheekakte.
De Staatscourant van 1 April 1921, n°. 63, bevatte een
bekendmaking van den Minister van Arbeid, waarin eenige
beperkingen werden opgelegd voor de behandeling van
premie- en hypotheekaanvragen, die op of na 1 Mei 1921
bij Burgemeester en Wethouders zouden inkomen. Wonin
gen, waarvan de bouwkosten meer bedroegen dan f 8.700,—,
kwamen voor hypotheek niet meer in aanmerking. Met
handhaving overigens van de vroeger gemaakte bepalin-