7
Verzorging- van kinderen in het Doorgangshuis.
V.
14
VERSLAG MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
Het Doorgangshuis voor kinderen is krachtens art. 27
sub d eene inrichting voor verzorging en verpleging van
kinderen.
In vele gevallen moesten in verzorging worden opgeno
men kinderen, die door hun ouders waren verlaten, wier
ouders werden verpleegd in één der ziekenhuizen, alsmede
kinderen, die op grond van kerkelijke bepalingen niet tot
de weeshuizen konden worden toegelaten.
In het algemeen werden in onze inrichting kinderen op
genomen uit gezinnen, waar stoornis in het gezinsleven
was ontstaan. Op 1 Januari 1921 werden 25 kinderen ver
zorgd; in den loop van het jaar werden 55 kinderen opge
nomen en 54 ontslagen, zoodat op 31 December 1921 nog in
verzorging waren 26 kinderen, waarvan 9 kinderen op dat
tijdstip zich in ziekenhuizen bevonden.
Het aantal verpleegdagen bedroeg 10335 tegen 10618 in
1920.
Meestal keerden de kinderen na korter of langer verblijf
naar hunne gezinnen terug; enkelen kwamen door bemid
deling van eene of andere vereeniging in verzorging bij
pleegouders of werden in een gesticht opgenomen.
Behoudens enkele gevallen was de gezondheidstoestand
over het algemeen goed te noemen. Eén kind (een zuigeling)
kwam te overlijden, tengevolge van reeds geleden ont
beringen.
Hieronder volgt een overzicht der Baten en Lasten ge
durende het jaar 1921.