11 3 VERSLAG DER DUINWATERLEIDING. van Op dezelfde wijze als in het voorgaande verslagjaar met de filters 8a en 8b geschiedde, werden in 1921 de filters 7a en 7b aan een herstelling en verbouwing onderworpen. In het najaar konden zij weer in dienst worden genomen, zoo- dat het totale filtreerend zandoppervlak sindsdien 22.578 M2. bedraagt. Voor het overige kwam het gewone onderhoud aan de filters met bijbehoorende werken, aan de reinwaterkelders, gelijk ook aan de gebouwen van het Pompstation naar behoefte aan de orde. Eenige schade wegens den storm op 6 November werd mede hersteld. De aan het Pomstation aanwezige weegbrug, later ten gebruike opgesteld op de stapelplaats aan de Sprank, werd 'in het begin des jaars vervangen door een weegwerktuig van grooter vermogen. e. Opvoerwerktuigen. Einde October werd, naast de beide bestaande electrisch gedreven centrifugaalpompen, welke water naar de Stad voeren, een derde soortgelijk aggregaat in dienst gesteld en op het hooge-druk-gebied aangesloten. De hoeveelheid gefiltreerd water, welke door de pomp- installaties naar de Stad gevoerd werd, bedroeg in het verslagjaar rond 9.969.000 M8. Daarvan kwam ongeveer 1.525.000 M3. voor rekening de laatstbedoelde drie centrifugaalpompen. Voor den hiertoe noodigen arbeid, alsmede voor het ver plaatsen van ongeveer 1.692.000 M3. ongezuiverd water van de verzamelkom naar de filters, werd rond 264.000 K.W.U. verbruikt. Het watergebruik per etmaal was het geringst op Zondag 4 December (17.965 M3.), het hoogst op Zaterdag 9 Juli (38.603 M8.). Gemiddeld bedroeg het voor ’s-Gravenhage 27.154 M3. en met inbegrip van de gemeente Loosduinen 27.312 M3. Per 1000 M3. door de stoompompwerktuigen naar de Stad afgeleverd water waren rond 286 K.G. steenkolen noodig, een gemiddelde, dat, hoewel veel gunstiger dan in de laatste jaren, toch door verbetering van de hoedanig heid der aan de markt gebrachte brandstoffen, nog eenige verlaging zal kunnen ondergaan. De sedert 1875 opgepompte hoeveelheden water en het kolengebruik zijn in den volgenden staat vermeld. In de laatste kolom is ook nu het gewicht der gebezigde bruin kolen voor 1/3 in rekening gebracht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 276