27
van
Op 31 December 1910
t/m 1920
1921
f 12,50
- 25
- 37,50
- 50,—
- 125-
herschatting
f 50,—
- 75,—
543’)
31 1921 531 1)
By Koninklijk besluit van 31 December 1910, No. 92,
werd het maximum aantal dier vergunningen verlaagd
en vastgesteld op 542.
Bij Koninklijk besluit van 9 December 1920, No. 57,
werd het maximum aantal vergunningen met ingang
van 1 Januari 1921 vastgesteld op zooveel lager cijfer,
dat art. 14 der Drankwet buiten toepassing blijft.
Het vergunningsrecht bleef bepaald op f 12,50
iedere f 50,huurwaarde.
Tot schatter van het vergunningsrecht werd in 1921
weder voor den tijd van één jaar benoemd de heer M.
W. C. H. Slotboom.
Voor de herschatting werden aangewezen de heeren
J. J. W. A. van der Vet en C. C. van Woe-rkens.
Herschatting werd gevraagd door 22 personen, ter
wijl bij den Gemeenteraad geen verzoeken om vermin
dering van den aanslag in het vergunningsrecht wer
den ingediend. Door 1 persoon werd de aanvrage inge
trokken.
De oorspronkelijke schatting werd:
a. gehandhaafd voor 9 localiteiten.
b. verminderd 10
c. verhoogd 2
Het oorspronkelijk geschatte vergunningsrecht:
a. verminderde door de herschatting:
voor 2 localiteiten met
4
1 localiteit
2 localiteiten
1 localiteit
b. vermeerderde door de
voor 1 localiteit met
1
99
99
99
99
99
Waaronder eene vergunning, verleend voor eene buitengewone
inriohiting voor maatschappelijk verkeer, welke derhalve niet mede-
telt voor het maximum.