12 35 VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN. In het aantal verbruikers is één met eigen meter begrepen. Particulieren. Gemeente. Totaal. in 1920. Over gewone meters. Gasverbruik van Particulieren en Gemeente, over gewone en ex-muntmeters, bij abonnement en voor illuminatiën: In 1921 In 1920 Bovendien zijn, behalve die onder de meters voor eigen gebruik begrepen, nog in gebruik 17 z.g. tusschenmeters met 76 meterlichten. Het gemiddeld aantal lichten (meter en abonnement) per verbruiker bedroeg op 31 December 1921: 6,27 tegen 6,09 op 31 December 1920. Het gemiddeld aantal inwoners was in 1921 358.281, waar over het gezamenlijk verbruik van particulieren en ge in eentegeb ouwen bedroeg per inwoner 115,53 M3. tegen 108,14 M3. in 1920. Per gasverbruiker. 532,61 M’. tegen 509,36 2.180.101M3. 5,64 18.726 M3. 3,41 Per meterlicht. 86,19 M3. 83,99 2.198.827M3. 5,61 Voor verlichting, verwarming, enz., werd over gewone meters afgeleverd: 568.666 M3. 549.940 I Het aantal inwoners der Gemeente is in 1921 gestegen van 354.987 tot 361.575, de vermeerdering was dus 6.588 of 1,86 Op 31 December 1920 telde men 1 gasverbruiker op 4,61 inwoners, op 31 December 1921 eveneens. 40.824.435 M3. 38.644.334 Het verbruik van particulieren en gemeentegebouwen, omgeslagen over het gemiddeld aantal gasverbruikers en meterlichten, bedroeg in 1921 gemiddeld: 41.393.101 M3. 39.194.274

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 344