12
42
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
Voor 1920 waren deze cijfers 6,366 en 7,66 M3.
120,45 M3.
115,44 M3.
te zaïnen
120,32 M3.
118,— M3.
te zamen
L
aan particulieren (incl. Rijswijk)
aan de gemeente
waarbij komt voor verlies
Naar dit cijfer berekend was het gasverlies 2.346.592 M3.,
zijnde 5,17 van de geheele productie of 6,315 M3. per
strekkenden Meter canalisatie.
door particulieren
door de gemeente
waarbij komt voor verlies
Wannneer de dagelijks verkregen hoeveelheden gas her
leid worden tot een temperatuur van 60° F. en een baro
meterstand van 760 iu.M., dan wordt over 1921 de productie
45.390.528 M3., dus 303.460 M3. meer dan door de fabrieks-
gasmeter werd aangegeven.
In 1920.
106,63 M3.
2,35
6,46
In 1921.
112,60 M3.
2,22
5,63
Het verlies bedroeg 4,53 van de geheele productie of
5,498 M3. per strekkenden meter canalisatie. Deze cijfers
waren in 1920 resp. 5,447 en 6,486 M3.
Per Meter canalisatie werd dus afgegeven:
In 1920.
109,16 M3.
2,35
6,49
Het grootste gasverbruik per etmaal was dat van 31
December n.l. 156.898 M3., het kleinste dat van 17 Juli nJ.
93.335 M3.
Gerekend naar het gemiddeld aantal inwoners bedroeg
het gasverbruik (Rijswijk niet medegerekend) per inwoner:
In 1921.
112,65 M3.
2,17
5,50
Op 31 December 1921 bedroeg de lengte van het buizennet
377.815 M„ tegen 365.373 M. op 31 December 1920.