15
5
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
IV. Keuringsdienst.
De keuring van vee en vleesch en de daarmede verbonden
controle op de slagerswinkels en op den openbaren weg
werd in de Gemeenten ’s-Gravenhage, Voorburg en Rijs
wijk op de gewone wijze uitgevoerd.
Er werden 18435 winkelinspecties gehouden, d.w.z. 30 a 40
inspecties voor eiken winkel per jaar.
Wat betreft de resultaten van de keuring geeft het on
derstaande een overzicht van het voornaamste.
Tuberculose werd aangetroffen bij 2861 runderen (17,85
45 vette kalveren (0,42 64 graskalveren (1,91 2 nuch
tere kalveren (0,03 5 schapen (0,05 1 geit (1,26 3144
varkens (9,36 en 1 paard (0,11
Cysticercus inermis (z.g. blaaswonn d.z. lintwormlarven,
die bij den mensch lintwormziekten veroorzaken) werd bij
het volwassen rund 63 maal aangetroffen en wel 3 maal in
levenden en 60 maal in afgestorven toestand. De vind
plaatsen der levende parasieten waren 2 maal de uitwendige
kauwspieren en 1 maal uitwendige kauwspieren en midden
rif. De afgestorven exemplaren kwamen voor 41 maal in
de uitwendige kauwspieren, 7 maal in de inwendige kauw
spieren, 11 maal in het hart en 1 maal in in- en uitwendige
kauwspieren.
Bij graskalveren werd de parasiet 21 maal aangetroffen
en wel 2 maal in levenden en 19 maal in afgestorven toe
stand. De levende exemplaren werden gevonden 1 maal in
de uitwendige kauwspieren en 1 maal in de inwendige
kauwspieren. De afgestorven exemplaren zetelden 12 maal
in de uitwendige kauwspieren, 5 maal in het hart en 2 maal
in hart en uitwendige kauwspieren.
Echinococcose (het voorkomen van een blaaswonn, welke
de larf voorstelt van een honden-lintworm; door tusschen-
komst van den hond kan de mensch echinococcose krijgen)
werd geconstateerd bij 144 runderen, 32 schapen 19 varkens
en 64 paarden.
Distomatose werd gevonden bij een zeer groot aantal
runderen en schapen. Aanleiding tot afkeuring van orga
nen gaf deze ziekte bij 174 runderen, 3 graskalveren, 341
schapen, 1 geit en 5 varkens.
Strongylose (longwormziekte) kwam voor bij 46 kalveren,
740 schapen en 328 varkens.
Cysticercus tenuicollis (een lintwormlarf, z.g. blaaswonn,
welke niet in het vleeseh, uitgezonderd het hart bij scha
pen, doch aan de sereuse vliezen, welke de ingewanden be-
kleeden, voorkomt en niet gevaarlijk is voor den mensch)
werd waargenomen bij 104 schapen en 269 varkens.