16
3
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
voor
voor
5»
w
91
5,
99
99
2
9
7
5
6
5
15
16
17
18
19
22
23
2!»
3li
2 vaartuigen deden 1 reis.
2 reizen.
3
1 vaartuig deed
3 vaartuigen deden 4
5
6
8
9
10
11
99
1
1 vaartuig deed
Gedurende het vorige jaar deden 50 loggers en 5 stoom
trawlers 367 reizen op deze haven en 159 op andere havens.
In den loop van het jaar werd te Scheveningen
f 699.888,65 aan versehe visch aangevoerd tegen
f 655.985,35 in 1920.
De groote verliezen, gedurende het jaar 1920 door het
ineerendeel der reederijen geleden, waren oorzaak, dat in
het begin van het verslagjaar zeer weinig animo bestond
om de trawlvisseherij uit te oefenen.
Hierbij kwam nog, dat door den lagen stand der Duit-
sche valuta, welk land het meest voor den uitvoer van
visch in aanmerking komt, er zeer weinig kans op uitvoer
was, waardoor de prijzen over het algemeen gedrukt waren
en er weinig vooruitzicht op eenigszins redelijke besom
mingen bestond. Het liet zieh in het begin van het jaar
dan ook wel aanzien, dat slechts een klein gedeelte der
Seheveningsehe loggervloot de trawlvisseherij zou uitoefe
nen, en dat het meerendeel der schepen werkeloos in de
haven zou blijven liggen.
Een gevolg hiervan was, dat er in het begin van het
jaar eene buitengewone werkloosheid te Scheveningen
heersehte.
Op 31 December 1921 lagen in de haven:
3 stoomtrawlers, 123 loggers, 30 schokkers, 21 garnalen
booten en 12 andere vaartuigen.
Volgens de naamlijst der Nederlandsehe Reederijen en
haringschepen, bijgewerkt tot 1 Juni 1921, bestond de Sche-
veningsehe vloot uit 7 stoomschepen en 242 loggers, zoo dat
van de loggers 50 hier oplegden en 50 in andere ha
vens, voornamelijk Vlaardingen en Maassluis.
Trawlvisseherij. De trawlvisseherij werd gedurende het
afgeloopen jaar uitgeoefend door 52 loggers, 1 motorkotter
en 1 sleepboottrawler, die te zamen in totaal 580 reizen
maakten, waarvan 535 op de Seheveningsehe haven en 45
op andere havens, voornamelijk IJmuiden.
2 vaartuigen deden 14 reizen.
2
2
1 vaartuig deed
1
1
1
1
1
1