16 5 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. deze visscherij uit. Deze vaartuigen deden gezamenlijk 567 reizen op de Scheveningsehe haven en 137 op andere havens, voornamelijk Vlaardingen en Maassluis. De totale aanvoer te Seheveningen bedroeg 112.210 ton. Gedurende het voorafgaande jaar deden 203 vaartuigen 675 reizen op deze haven en 251 op andere havens en brachten hier in totaal 238.055 ton haring aan. Niettegenstaande deze schrale vangsten bleven de prijzen gedurende het geheele jaar beneden normaal peil. De con currentie van Engeland deed hierin veel kwaad. Daar immers was, zooals reeds gezegd, de geheele vangst 1920 door de Regeering overgenomen en werd door deze tegen elk aannemelijk bod van de hand gedaan. Zulks kon na tuurlijk door de Combinatie van reeders, die ook een groot deel der vangst van de vorige teelt had overgenomen, niet geschieden, aangezien de deelhebbenden in deze Combi natie zulk een verlies niet konden dragen. De Combinatie was dus verplicht, met den verkoop van eenigszins belang rijke hoeveelheden haring te wachten, totdat de voorraden in Engeland waren opgeruimd. Wel werden van tijd tot tijd eenige kleinere partijen hier en daar in het buitenland geplaatst, doch dit was, in verhouding van de grootte der voorraden, van weinig belang. Toen eindelijk einde Juli de Engelsehe zichtbare voor raden waren opgeruimd, werd de vraag naar Hollandsehe haring grooter en begon in reederskringen de moed op een behoorlijken afzet van het product te herleven. Doch juist op dit oogemblik trad een sterke daling van de mark in. welke vrijwel onafgebroken tot het einde van het jaar heeft voortgeduurd, en zoodoende den verkoop van de aanwezige voorraden aan onzen besten afnemer sterk belemmerde. Deze ongunstige toestand vond vanzelf eene weerspiege ling in de prijzen van de nieuw aangevoerde haring, welke weder eene belangrijke daling te boeken hadden. Doordat er betrekkelijk weinig schepen de haringvis- scherij uitoefenden, terwijl daarbij deze vaartuigen naar verhouding geringe vangsten aanbrachten, en ook de Schot- sche haringvisscherij als mislukt kon worden beschouwd, had er medio Augustus eene heropleving in den haring- handel plaats en ontstond er een flinke vraag naar het Hollandsehe product. Belangrijke transacties kwamen dan ook tot stand en flinke partijen der teelt 1920 konden wor den opgeruimd. De prijzen, die hiervoor bedongen konden worden, waren echter dusdanig, dat zij belangrijke verliezen voor de betrokken reederijen medebrachten. Ongeveer terzelfder tijd werd door de Combinatie, uit hoofde van de bepalingen van bet aan haar verleende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 501