16
6
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
Stoomvaartuigen. Van de acht stoomvisschersvaartuigen
bleven er drie gedurende het geheele jaar in de haven
opgelegd, terwijl er twee niet op de Scheveningsche haven
hebben gevaren. De overige drie deden in totaal 39 reizen
op deze haven, waarvan 37 met versche visch en 2 met
haring.
Hoewel de kolenprijzen gedurende het afgeloopen jaar
aanzienlijk zijn gedaald, brengt deze soort vaartuigen hun
eigenaren over het algemeen geen voordeel aan, zoodat
hun aantal dan ook gestadig afneemt.
Kustvaart. Deze werd uitgeoefend door de Schevening-
sche kustvloot, vermeerderd met ruim 140 vaartuigen van
andere kustplaatsen, waarvan ruim 90 van Urk, zoodat
langzamerhand de toestand van voor den oorlog terug
keert, en een groot deel der Zuiderzeevloot hier komt
m arkten.
Van de Scheveningsche vloot namen 32 schokkers en 30
garnalenbooten aan deze visscherij deel.
De resultaten waren over het algemeen niet onbe
vredigend.
bankcrediet, eene voorloopige rekening opgemaakt en werd
ieder deelnemer voor zijn aandeel in de uitkomsten aan
geslagen.
Zooals te verwachten was, heeft deze rekening een be
langrijk verliessaldo opgeleverd.
Hierbij komt nog, dat de zware stormen van 23 October
en 6 November onnoemelijk veel vleetschade hebben toe
gebracht. Het grootste gedeelte van de vaartuigen kwam
hier binnen met een groot verlies van netten, hetgeen, mede
in verband met de toch al onvoordeelige besommingen
gedurende den loop van het jaar, het uitoefenen van de
haringvisscherij voor het meerendeel dier schepen gedu
rende de rest van het jaar onmogelijk maakte, aan gezien
de betrokken reederijen niet bij maehte waren, de verloren
gegane netten door nieuwe te vervangen. Dit was dus
oorzaak, dat het meerendeel der schepen de haringvisscherij
dit jaar zeer vroeg eindigde.
Resumeerende kan men zeggen, dat slechts weinig jaren
voor de haringvisscherij zoo nadeelig zijn geweest als het
jaar 1921.
Diepte buitenhaven. De diepte der buitenhaven is ge
durende het geheele jaar ongunstig geweest en steeds
beneden het wettelijk minimum. Wel werd getracht met
een zuiger een vaargeul in het midden der haven te be-