16 7 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. houden, doeh men kon daarin niet slagen wegens den korten tijd, dat gedurende hoog water gewerkt kon worden in verband met de geringe toegestane diepte en de minder gunstige zeegesteldheid. Aan den grond raken of vastzitten van vaartuigen ge durende korteren of laugeren tijd kwam dan ook herhaal delijk voor. Ook konden de vaartuigen niet altijd ver trekken of binnenkomen, waardoor veel tijd verloren ging en verlies werd geleden. De diepte buiten de hoofden tot ongeveer 60 M. in zee was aan groote afwisseling onderhevig; daarbuiten was de toestand gedurende het geheele jaar gunstig. Ongevallen. Den 17den Januari raakte de vlet SCH 193 tegen de bestorting in de buitenhaven. Met de motorred- dingboot werd een man van boord gehaald, terwijl het vaartuigje later door een sleepboot naar binnen werd gebracht. Den 27sten Januari zonk de schokker SCH 495 in' de binnenhaven; den 28sten werd het vaartuig gelicht. Den 24sten Februari kwam de logger SCH 170 zeilende de haven binnen; het vaartuig stootte en verdaagde in den N.O. hoek der buitenhaven. Den volgenden dag werd het afgebracht en in zinkenden toestand binnen gesleept en langs den wal gehaald, waar het zonk. Den 28sten Februari werd het vaartuig gelicht en naar de helling gebracht. Den 18den Februari kwam de logger SCH 328 binnen, welke op zee door een stoomschip was aangevaren en daar door eenige averij had bekomen. Den lOden Juni kwam de baggermolen „Kil" in aanvaring met ducdalf No. 2, met het gevolg, dat hij kantelde. Den 23sten Juni werd hij door het bergingsvaartuig „Buffel” gelicht, daarna dichtgemaakt en den lOden Juli naar Slie- drecht gesleept. Den 17den Juni kwam de botter UK 220 binnen met 8 d.M. water. Het vaartuig stootte in de buitenhaven, ver daagde in den N.O. hoek en sloeg wrak. Den lOden Juli vertrok de motorreddingboot naar zee op het bericht, dat een vliegtuig in zee zou zijn verongelukt; er werd echter niets ontdekt. Den 30sten Juli ging de schokker ZW 1 naar zee, kreeg een defect aan het roer en geraakte in de branding. Door de motorreddingboot werd het vaartuig naar zee gesleept. Den 27sten December strandde de schokker SCH 142 in de buitenhaven en sloeg uiteen. De bemanning kon door het water den wal bereiken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 503