17
11
VERSLAG GEMEENTE-PLANTSOENEN.
ling, voor het afgeloopen jaar bedragende f 8.7784?!, kon
den, zonder extra credietverleening, nog worden bestreden
uit de voor de gewone onderhoudswerken toegestane be
dragen.
h. Plantengroei.
Door den zeer drogen zomer en den daarbij voorgekomen
betrekkelijk lagen temperatuur was de plantengroei gering
en moesten vele gewassen door besproeiing in het leven
gehouden' worden. Gevolg daarvan was, het late rijpen
van het hout, waardoor vele planten van de zeer vroege
en sterke vorst veel te lijden hadden en vele zwakke ge
wassen, die andere jaren niet te lijden hadden, zelfs dood
vroren.
Bij de groote droogte was ook de hoeveelheid water dat
voor sproeiing gebruikt moest worden, enorm groot. Ten
einde het gebruik van duinwater te verminderen werd de
ouder V reeds besproken motorpomp aangeschaft, waar
mede de plantsoenterreinen, aan het water gelegen, werden
besproeid.
De ervaring met deze wijze van besproeiing is zeer gun
stig. Kostbaar duinwater wordt bespaard en voedzamer
slootwater wordt op de planten en grasperken gebracht;
ooi: blijkt de wijze van besproeiing voordeeliger te zijn. Het
voornemen bestaat in deze richting door te werken.
De gevreesde iepziekte die zich het vorig jaar op zoo’n
onrustbarende wijze vertoonde, had geen uitbreiding. Wel
moesten verscheidene, het vorig jaar aangetaste boomen
worden verwijderd, doch hun aantal vermeerderde niet.
Omtrent de vraag, of deze verbetering van tijdeljiken aard
of voortgaande zal zijn, valt weinig te voorspellen, omdat
nog zeer weinig van het ziekteproces bekend is.