17
14
VERSLAG GEMEENTE-PLANTSOENEN.
ADMINISTRATIEF OVERZICHT
der rekening van de Gemeenteplantsoenen over 1921.
Omtrent de rekening der Gemeenteplantsoenen over 1921,
hebben Burgemeester en Wethouders de eer, het volgende
op te merken.
Volgens de bedrijfsrekening bedroegen de Lasten en Ba
ten in totaal elk f 628.125,37, zoodat de rekening evenals de
begroeting, zonder saldo sluit.
In vergelijking met 1920 steeg- het bedrag der gezamen
lijke Baten met f 92.466,38® of ruim 17 Boven het oor
spronkelijk geraamde bedrag stegen zij met f 92.625,37 of
eveneens ruim 17
De voornaamste oorzaken hiervan zijn, dat, door de Ge
meente werden uitgekeerd, de door bemiddeling van het
bedrijf gedane uitgaven voor de werkverschaffing aan
Scheveningsche visschers, waarvoor in de begrooting niets
was geraamd en voorts, dat meerdere werken moesten wor
den uitgevoerd dan vooraf kon worden voorzien. Hiertegen
over bleef de opbrengst van enkele artikelen beneden de
daarvoor oorspronkelijk geraamde bedragen, om de reden
genoemd onder letter a. van hoofdstuk VII van het Alge
meen overzicht.
Het netto kostenbedrag der uitgevoerde werken steeg
met f 78.883,53® boven dat van 1920, of met ruim 23 bo
ven het oorspronkelijk geraamde bedrag steeg het met
f 99.000,61® of ruim 31 Hiervoor gelden hoofdzakelijk
dezelfde hierbovengenoemde voornaamste oorzaken.
Verder stegen in vergelijking met 1920 de onderhouds
kosten met rond f 2.160,of ruim 21 als gevolg van het
meerdere gebruik van wagens en gereedschappen voor de
werkverschaffing.
De algemeene onkosten stegen in vergelijking met 1920,
met rond f 6.710,—- of bijna 5 meer uitgaven werden ge
vorderd voor jaarwedden, bureaukosten en drukwerken,
voor verzekering tegen ongevallen, voor telephoonverbin-
dingen, voor loonen bij verlof en op feestdagen en voorts
voor pensioenlasten en voor premie ingevolge de Invali
diteitswet. Daartegenover verminderde de uitgaven voor
eenige andere onderdeden der algemeene onkosten; n.l. voor
vuur, licht en duinwater, voor tramkosten, voor boeken en
tijdschriften, voor kleeding en schoeisel en voor loonen bij
ziekte.
De kosten aan renten stegen met f 170,61 boven die van
1920 of ruim 1
De afschrijvingen bleven beneden het bedrag hetwelk
daarvoor in 1920 werd besteed.