58 in 2e 3e 4e 5e Onder No. 20 der bijlagen treft men aan het verslag van het Bouw- en Woningtoezicht. 5 9 4 5 4 11 9 6 6e 7e L 1 2e 2e 2e 2e 3e 4e 4e KJ it Drie agenten van politie waren gesteld ter beschik king van ambtenaren van het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht alhier, om de Rijksveldwacht behulp zaam te zijn bij het opsporen van veroordeelden tot hechtenis of vervangende hechtenis. Door den Waterschout wordt, voorzoover betreft de aanmonstering van scheepsvolk enz., het volgende medegedeeld: In 1921 werd eene vervolging ingesteld tegen een schipper wegens overtreding van art. 9, 3e lid, der Sche penwet en wegens overtredingen van verschillende ar tikelen der Noordzee-conventie van 1882, tegen de schippers van de SCH 128, IJM 201, BV 7, F 1811 en LT 141, terwijl wegens desertie 7 schepelingen werden vervolgd, waarvan 2 minderjarigen. De Scheveningsehe vloot liestond op 31 December 1921 voor zooveel zeevisscshersvaartuigen betreft uit: Uit het verslag van .de Vereeniging De Haagsche Bur gerwacht stippen wij aan: Jhr. Mr. J. W. Schorer is voor zitter; generaal W. H. van Terwisga, commandant; M. G. F. Langlois van den Bergh, secretaris; E. C. van Swieten, penningmeester; R. F. O. Baron Bentinck, H. C. Silvius, L. P. Maartens en D. Poot zijn leiden van het bestuur. Het bureau werd gevestigd Laan Copes van Cattenburch 57. De vereeniging telt rond 6000 leden. De jaarlijksche schietwedstrijden hadden wederom plaats. Overgegaan werd tot het oprichten van het orgaan „Haagsche Burgerwacht”. Het aantal bewakingskringen was: de le Afdeeling le sectie ■t 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 61