4. 30 1 Q VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. Opleiding ongeschoolden tot metselaars. Met verwijzing naar hetgeen omtrent de opleiding in het vorig verslag kon worden opgenomen moge nog het volgende worden medegedeeld. Ofschoon reeds in Februari 1920 door B. en W. in be ginsel was goedgekeurd, dat met deze opleiding een aan vang zou worden gemaakt, kon in verband met den verwarden toestand in het bouwvak en de daarop gevolgde langdurige uitsluiting de cursus eerst 11 October 1920 aanvangen. Bij de keuze van de voor opleiding in aanmerking ko mende personen, werd in de eerste plaats gebruik gemaakt van de lijsten van gegadigden, verstrekt door de vier be trokken vakorganisaties; in de tweede plaats werd een keuze gedaan uit degenen, die zich rechtstreeks hadden aangemeld naar aanleiding van courantenberichten over de opleiding. In hoofdzaak werden ongeschoolden uit het bouwvak gekozen, voornamelijk opperlieden en voorts eenige grond en betonwerkers; enkelen der opgeleiden behoorden tot andere beroepen, b.v. electricien, schoorsteenveger, metaal bewerker, slager, kruidenier. Op den meergenoemden da tum van 11 October 1920 werd met de opleiding van twee ploegen, aanvankelijk elk van drie personen, een aanvang gemaakt. Theoretische lessen worden vooraf niet gegeven; de be trokken arbeiders werden zonder verdere vooropleiding onmiddellijk onder leiding van instructeurs te werk ge steld op een bouwwerk. Als instructeurs ■werden gekozen ervaren vaklieden; de keuze geschiedde in overleg met de vakorganisaties. Teneinde de op te leiden personen te kunnen doen be ginnen met eenvoudig werk, waarbij de eerste handgrepen konden worden geleerd en eenige vaardigheid in het han- teeren der gereedschappen kon worden verkregen, werden zij geplaatst bij het maken der fundeering van een groot woningcomplex, n.l. Trekweg lila t/m d, tezamen be staande uit 893 woningen en 9 winkels met woning. Deze fundeering, in totaal 5200 M3. metselwerk omvattende, is geheel door ongeschoolden uitgevoerd. Teneinde de instructeurs in de gelegenheid te stellen zich, vooral in den aanvang, in voldoende mate met eiken leerling afzonderlijk te kunnen bezig houden, werd het aantal personen in opleiding zeer geleidelijk uitgebreid. Op 4 November 1920 waren twee ploegen, elk van 10 leer lingen, werkzaam; op 22 November 1920 werd een ploeg van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 649