89 f 1.621.506,39® 22.442.— 1.735,80 47.797,20 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. Q hevigen storm in November j.l., voor welk herstel o.a. bij Raadsbesluit van 19 December 1921 (Bijlage no. 1277) een nader financieel te regelen crediet werd verleend. Ten slotte werden ten behoeve der verhuring als sport terreinen van eenige weilanden in den Segbroekpolder enkele houten loodsen verplaatst en vernieuwd, waarvoor bij Raadsbesluit van 29 Augustus 1921 (Bijlage no. 903) een eveneens nader financieel te regelen crediet werd toege staan. „Aandeel Algemeene onkosten en salarissen Stadsontwik keling en Volkshuisvesting” in totaal bedragen hebbende f 33.792.70®, is, niettegenstaande de werkzaamheden voor het Grondbedrijf in om vang beduidend toenamen, gebleven be neden de raming, die f 34.315,— bedroeg. De posten „Reclame” en „Advertentiekosten”, begroot op f 5.000,alsmede „Diversen” geraamd op f 1.839,20 en „Rente Waarborgsommen” ad f 3.000,bleven beneden de raming en bedroegen respectievelijk f 4.572,92, f 1.263,71 en f 2.316,71®. De post „Opmetingskosten”, bedragende f 1.336,56®, was begroot op f 4.110,en bleef, niettegenstaande de vele meergenoemde uitgiften in erfpacht met f 2.773,43® beneden de raming. Deze omstandigheid is te danken aan de thans met succes gevolgde wijze van behandeling der opmetingen, die door den Dienst rechtstreeks aan het Kadaster worden aangevraagd en aan belanghebbenden tegen teruggave der gemaakte kosten worden ter hand gesteld. De posten „Assurantiekosten” ad f 210,49® en „Provisie” ad f 5.991.38 overschrijden respectievelijk met f 36,37® en f 1.948,56 de raming, die f 174,12 en f 4.042,82 bedroeg. Wat den buitengewonen dienst betreft zij opgemerkt, dat het nadeelig saldo (aan het Grondbedrijf te verstrekken kapitaal) heeft bedragen f 2.488.697,46, terwijl de begrooting met een saldo ad f 821.022 sloot. Zulks vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat bij de begrooting voor „Memorie” waren geraamd de navolgende uitgaaf-posten, die hebben bedragen: Kosten van aanleg Buitengewone schuldaflossing hij verkoop Kapitaalaflossing als voren Uitkeering aan de Reserve als voren De post „Leeningsrente en aflossing”, begroot op f 821.022, bedroeg in werkelijkheid f 888.759,40®. Deze overschrijding is het gevolg van de bijschrijving van leeningsschuld door straataanleg enz. over 1920, waarbij bij het opmaken van de begrooting voor 1921 uit den aard der zaak geen reke ning kon worden gehouden. De inkomsten, met uitzondering van de post „Uitkeering

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1921 | | pagina 694