20
6
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
gevallen was blijkens den staat op bladzijde 7, zeer groot.
Krachtig werd opgetreden tegen de in belangrijke mate
heerschende besmetting met ongedierte (wandluizen) van
woningen, huisraad, lijf- en bedgoederen. Ook de verlich
ting van de niet aan de Gemeente toebehoorende openbare
straten, werd belangrijk verbeterd.
Het aantal ingekomen en behandelde klachten betref
fende onderhouds- en bouwgebreken bedroeg in het afge-
loopen jaar 1329; in 1920 bedroeg dit aantal 1037.
Ten aanzien van 2671 gevallen werd ondershandsche be
moeiing verleend met betrekking tot voorziening behoe
vende woningtoestanden.
Het aantal uit krachte van de Woningwet en van de
bepalingen van de Bouw- en Woon verordening door Bur
gemeester en Wethouders uitgevaardigde aanschrijvingen,
bedroeg 165.
Het aantal door den Dienst gedane aanschrijvingen be
droeg 117. In 17 van deze gevallen leidde het ondershandsch
overleg niet tot het gewenschte resultaat en moest behan
deling door tusschenkomst van Burgemeester en Wethou
ders volgen.
Krachtens artikel 8c 2e lid der Woningnoodwet, inwer
king getreden bij Koninklijk Besluit van den 24sten Maart
1921, no. 8 (Staatscourant no. 59 van 24 Maart 1921), werden
18 schriftelijke waarschuwingen tot het aanbrengen van
voorzieningen aan woningen gedaan. In 4 gevallen bleven
de eigenaren in gebreke aan de waarschuwing gevolg te
geven en werden de werkzaamheden van Gemeentewege
uitgevoerd.
Lastgeving tot slooping werd gegeven ten aanzien van
zes getimmerten. In 4 gevallen werd aan de lastgeving vol
daan; voor twee getimmerten werd na een ingekomen ver
zoek uitstel voor de slooping toegestaan.
Artikel 52 der Woningwet, werd toegepast ten aanzien
van:
het versterken van een bij een verbouwing ondeugdelijk
samengestelde balklaag-construetie;
het voor onderzoek blootleggen van de rioleering in 3
perceelen;